Van (aardappel)reststromen naar geldstromen?

Aardappels in water

In deze tijden mogen we niets verloren laten gaan. Water en organisch materiaal zijn té kostbaar geworden om er niet verder mee aan de slag te gaan. Ben je benieuwd wat je als aardappelbedrijf kan halen uit je blancheerwater, of uit je reststromen? 

België is de grootste exporteur ter wereld van diepgevroren aardappelproducten. Daar zijn heel veel aardappelen voor nodig. Vorig jaar waren dat er 5 miljoen ton, een nieuw record. Dit allemaal omwille van een stijgende vraag op de wereldmarkt naar convenience voeding, zoals Belgische frietjes. De grondstofaanvoer naar de frietfabrieken nam dan ook met 11,6 procent toe. Deze situatie met daarbovenop de huidige droogteproblematiek in België toont dan ook het belang van circulaire economie in de aardappelverwerkende industrie, zowel op vlak van waterhergebruik als valorisatie van nevenstromen. Zet er samen met ons op in!

Wat kan een aardappelbedrijf doen met zijn blancheerwater?

Tijdens het verwerken van aardappelen tot friet worden aardappelen geblancheerd om bruinkleuring te voorkomen. Dit water bevat in hoofdzaak (reducerende) suikers en zetmeel. In het project Sucr'eau (COOCK, 2019-2022) gaan we op zoek naar opportuniteiten om het water uit de 2de blancheur te hergebruiken door op een kostenefficiënte manier de juiste waterbehandelingstechnologie(ën) te selecteren, demonstreren en optimaliseren om de suikers en zetmeel te scheiden uit het blancheerwater. Hierdoor kan zowel water als, indien mogelijk, energie bespaard worden (door hergebruik van het warme water). Ook het valorisatiepotentieel van de suikers en het zetmeel zal onderzocht worden.

Wat gaan we concreet in dit project doen?

  • Karakteriseren van het blancheerwater in functie van de waterbehandelingstechnologie en hieraan gekoppelde technologieverkenning
  • De verschillende watertechnologieën benchmarken en een kostenbaten-analyse opmaken
  • De geselecteerde technologie(ën) optimaliseren, demonstreren en implementeren via on-site cases
  • Karakteriseren van de onttrokken nevenstromen en het valorisatiepotentieel ervan verder verkennen
  • Verkennen van verdere mogelijkheden van de geselecteerde watertechnologie(ën) voor vergelijkbare suikerstromen
  • De opgedane kennis naar de bedrijven brengen aan de hand van workshops, demo’s, en events

Naast de aardappelverwerkers zal dit project zeker ook interessant zijn voor de watertechnologiebedrijven (en leveranciers van sensoren). In een later stadium kunnen de technologische oplossingen wellicht ook ingezet worden voor voedingsprocessen met gelijkaardige suikerrijke stromen (zoals de suikerbiet- en/of zuivelindustrie).

aardappelverwerking.friet

wat kan een aardappelbedrijf doen met de schillen en andere nevenstromen? 

In het project Starch4Feed (TETRA, 2018 - 2020) van universiteit Gent worden de mogelijkheden bekeken om 4 types nevenstromen uit de aardappelindustrie (aardappelvoerzetmeel, aardappelsnippers, stoomschillen, voorgebakken aardappelproduct) te valoriseren als mengvoedergrondstof voor varkens en runderen. Deze nevenstromen worden gecategoriseerd als “natte nevenstromen” gekenmerkt door een hoog watergehalte (> 80%) maar hoge nutritionele waarde (op drogestof). Dit onderscheidt hen van de andere grondstoffen (watergehalte < 15 %) waardoor ze amper worden toegepast.

Wat gaan we concreet doen in dit project?

  • In kaart brengen van de nutritionele karakteristieken en variabiliteit van de 4 beschikbare aardappelnevenstromen;
  • Inzichten verwerven in de fermentatie (verzuring) en stabilisatie van de nevenstromen en de invloed op de samenstelling;
  • Productspecificaties opstellen voor de nevenstromen inclusief procedures voor monstername en analyse bruikbaar bij ingangscontrole;
  • Modelformules opstellen van mengvoeder met gebruik van de 4 verschillende stromen, voor 3 doeldieren (biggen, varkens, runderen) en voor 3 verschillende processcenario’s voor mengvoederproductie gebruikt bij de doelgroep;
  • De productie van een selectie van de berekende modelformules op pilootschaal en de beoordeling van het effect van de nevenstromen op zowel product-als proceskwaliteit;
  • Productie van vier reële productiebatchen bij de deelnemende mengvoederbedrijven gevolgd door een dierproef.

  Bron: www.vilt.be 

aardappelschillen_0