Aardappelreststromen… richting de akker: wat met de fytosanitaire veiligheid?

Aardappelen in handen

De agrovoedingsketen is een pionier in het sluiten van kringlopen, met de ‘cascade van waardebehoud’ als leidraad. Voor sommige nevenstromen betekent dit dat ze best naar de akker ‘terugstromen’. Helaas zijn daar ook risico’s aan verbonden, zoals de verspreiding van schadelijke organismen bij de terugkeer van restaarde naar de akker. Maar thermische processen kunnen mogelijks een antwoord bieden.

Aardappelreststromen richting landbouw

De industriële aardappelverwerking produceert naast de aardappelproducten zelf ook een aantal procesafgeleide reststromen. Deze tracht men zo hoogwaardig mogelijk te benutten, volgens het principe van de ‘cascade van waardebehoud’ (zie ook in het artikel ‘Plantaardige reststromen: haal eruit wat erin zit’).

Voor sommige van deze stromen (nevenstromen, onvermijdbare niet-eetbare voedselreststromen) betekent dit momenteel dat ze terugstromen naar de landbouw. Digestaat, het restant dat overblijft na vergisting in biogasinstallaties, kan zo na toevoeging van kalk op akkers uitgereden worden als meststof. Ook zuiveringsslib kan gevaloriseerd worden in de landbouw, mits daarvoor toelating verkregen werd voor de productie-eenheid.

Restaarde (ook wel tarragrond genoemd) is een andere reststroom die terug afgezet kan worden in de landbouw. Het is aarde die nog aan toegeleverde aardappelen kleeft en die bij aardappelverpakkers of -verwerkers wordt afgezeefd of weggewassen. In de mate van het mogelijke wordt deze terug meegegeven met telers (aardappelleveranciers). Daarbij is het evenwel praktisch onmogelijk om te garanderen dat een teler enkel eigen grond terug meekrijgt. Op zich past de terugstroom van reststromen naar de landbouw perfect in het plaatje van een circulaire economie, maar toch moet men opletten om dit principe zomaar toe te passen. Via het systeem van de teruggave kan je namelijk ongewild grondgebonden teeltschadelijke organismen verspreiden van perceel naar perceel (en uiteindelijk over het hele teeltgebied). Er zijn met andere woorden fytosanitaire risico’s verbonden aan reststromen en er bestaan richtlijnen om deze in te perken (OEPP/EPPO Bulletin 38, 4–9). Voor aardappel bestaat er regelgeving voor diverse ziekten/plagen (bepaalde nematoden, bruin- en ringrotbacterie, Epitrix kevers) in reststromen zoals schillen en water, naast grond.  

Fytosanitaire risico’s restaarde

Het verspreidingsrisico is in het bijzonder problematisch voor quarantaine organismen. Dit zijn schadelijke organismen die in een bepaald land of regio niet of beperkt voorkomen en waarvan de import en verspreiding aan banden wordt gelegd door fytosanitaire maatregelen (die op Europees niveau worden vastgelegd in richtlijnen). In restaarde kunnen de quarantaine organismen Globodera rostochiensis en Globodera pallida (aardappelcystenematoden, die de ziekte ‘aardappelmoeheid’ veroorzaken) en Meloidogyne chitwoodi en Meloidogyne fallax (wortelknobbelnematoden, die zeer diverse akkerbouwteelten kunnen parasiteren) voorkomen.

Uit studies uitgevoerd door ILVO bleek dat deze zich inderdaad weten te verspreiden via het teruggavesysteem van restaarde, wat jaarlijks tot nieuwe besmettingen bij telers leidt. Op termijn hypothekeert dit het rendement van de aardappelverwerkende keten. Een ander, opkomend probleem in de akkerbouw vormt het agressieve onkruid knolcyperus. Ook deze kan zich door teruggave van restaarde aan de landbouw verspreiden. Via zaden, maar vooral toch via zijn taaie knollen.

Om perceelsbesmettingen te voorkomen, bij teruggave van restaarde, zijn gepaste maatregelen nodig die voor een onberispelijke fytosanitaire kwaliteit kunnen zorgen. Ogenschijnlijk eenvoudige oplossingen zoals stockage van de restaarde (10 jaar) of inundatie (langdurige onderwaterzetting) van deze aarde in waterbekkens zijn effectief maar in onze regio technisch moeilijk te realiseren door het gebrek aan ruimte en het effect op de omgeving. Uit labostudies (onder andere door ILVO) is ondertussen echter gebleken dat het mogelijk is om de quarantaine nematoden in restaarde af te doden via verhitting.

Onderzoek naar hittebehandeling

Om de mogelijkheid na te gaan van het afdoden van quarantaine organismen in restaarde door industriële verhittingsprocessen, startte Flanders’ FOOD in 2018 het project ‘Restaarde Circulair’. Daaruit bleek dat aardappelcystenematoden die onder vorm van hun overlevingsstructuur (‘cysten’) in (rest)aarde aanwezig zijn ontoereikend afgedood kunnen worden door verhittingstechnieken op basis van convectie (hete lucht). Dit in tegenstelling tot de wortelknobbelnematoden en de juveniele en volwassen aardappelcystenematoden. Aarde heeft het nadeel van een goede thermische isolator te zijn, wat in het nadeel speelt van een warmteoverdracht via convectie.

Momenteel loopt een vervolgstudie (‘Restaarde Circulair II’) die zich op andere industriële verhittingstechnieken richt. Bovendien worden naast de cysten ook knolcyperusknollen en -zaden mee opgenomen in de challengetesten. Inmiddels werden via labo-experimenten temperatuur/tijdsrelaties bepaald voor hun afdoding wanneer ze in grond gemengd zitten. Een ‘proof of concept’ werd geleverd voor afdoding van zowel cysten als knolcyperus in aarde met een industriële verhittingstechniek (meer bepaald via een industriële microgolfpilootopstelling). De huidige aandacht gaat naar een technisch-economische benchmarkstudie van industriële verhittingsconcepten op basis van conductie, stoominjectie, microgolf- en RF-verhitting. Implementaties van geschikte verhittingstechnieken in de praktijk zullen vervolgstudies vergen, waarbij opschaling een belangrijk onderzoekselement zal zijn. Met hoeveelheden van 30 tot 70 kg restaarde per ton aardappelen (afhankelijk van de grondsoort, de weersomstandigheden bij oogst,…) dienen namelijk behoorlijke hoeveelheden restaarde geprocest te worden.

Referenties en bijkomende info

  • OEPP/EPPO Bulletin 38, 4–9 (2008): Guidelines for the management of plant health risks of biowaste of plant origin.
  • FAVV: ‘Gereglementeerde schadelijke organismen bij planten’  
  • Ebrahimi N, Viaene N, Aerts J, Debode J, Moens M (2016) Agricultural waste amendments improve inundation treatment of soil contaminated with potato cyst nematodes, Globodera rostochiensis and G. pallida.  Eur J Plant Pathol 145:755–775.
  • Interpom seminarie: ‘Restaarde (tarragrond) contaminatievrij terug naar de akker - onderzoek naar geschikte hittebehandelingsprocessen’ (Kortrijk, 28 en 29 november 2021)

Het project Restaarde Circulair II staat nog steeds open voor deelname van bedrijven aan de begeleidingsgroep (contacteer Steven Van Campenhout).