Labo melk test

Ontwikkeling en toepassing van een snelle methode voor de kwantificatie van de thermoresistente, bacteriële, proteolytische activiteit in rauwe melk

Waarom dit project?

Voor de verwerking wordt verse melk koel bewaard op de hoeve of in het zuivelbedrijf zelf. Hoewel deze gekoelde bewaring over het algemeen de microbiële groei voldoende remt, kunnen de zogeheten psychrotrofe micro-organismen, zoals de ziekteverwekker Pseudomonas wél verder blijven doorgroeien. Tijdens het verwerkingsproces worden deze organismen wel gedood door sterilisatie, maar toch kunnen er nadien kwaliteitsproblemen opduiken. Deze psychrotrofe micro-organismen produceren immers hitteresistente proteolytische enzymen, die dus niet verdwijnen na sterilisatie, maar wel de kwaliteit en houdbaarheid van het eindproduct sterk aantasten. Een snelle en vroege detectie van deze hitteresistente enzymen is dus cruciaal voor de verwerker om financiële schade en een slechte reputatie als gevolg van kwaliteitsproblemen te voorkomen. Om een antwoord te bieden op deze problematiek is het dan ook belangrijk te investeren in de ontwikkeling en optimalisatie van nieuwe, maar vooral snelle detectiemethoden.

Onderzoek en resultaten

Promilk was een collectief onderzoeksproject (type VIS-CO), met als doel het ontwikkelen van een snelle methode om proteolytische activiteit in rauwe melk vroegtijdig op te sporen en op die manier verdere kwaliteitsproblemen te voorkomen.

In het PROMILK project werden verschillende gangbare commercieel beschikbare tests vergeleken ten opzichte van gekende technologieën zoals, ‘Hoge Resolutie MassaSpectometrie’ (HRMS), ‘Liquid Chromatography–Mass Spectrometry’ (LC-MS/MS) of 'Selected-Ion Flow-Tube Mass’ Spectrometry’ (SIFT-MS). Om deze detectiemethodes ten goede te kunnen evalueren en valideren werd de rauwe melk hiervoor eerst voorbereid. Met behulp van centrifugatie en membraanfiltratie werden vrije peptiden, proteasen en caseïnes uit de rauwe melk verwijderd. Vervolgens werden de stalen geïnoculeerd met Pseudomonas stammen. Op die manier is de proteolytische activiteit louter afkomstig van de aanwezige stammen, wat toelaat de nauwkeurigheid van de detectiemethodes te vergelijken. Ook een grondige achtergrondkennis over de Pseudomonas problematiek is noodzakelijk om bestaande technologieën verder te optimaliseren.

Om deze problematiek verder uit te spitten werd in de tweede fase van dit project het verband tussen kiemgetal, proteolytische activiteit en melkstabiliteit onderzocht. Bovendien werd op basis van deze resultaten ook de optimale bewaartemperatuur voor rauwe melk bepaald.

Onder het mom ‘beter voorkomen dan genezen’, werd in de laatste fase van het project tenslotte ingezet op de preventie van Pseudomonas besmetting. In deze fase werd namelijk onderzocht in welke mate het desinfecteren van spenen en melkklauwen met natuurlijke middelen het kiemgetal van de rauwe melk kan doen dalen.

Vervolgacties

MiMIP (2018 – 2019) was een collectief onderzoeksproject (type VIS-CO) met als doel de economische en technische haalbaarheid van MIP gebaseerde sensoren voor de detectie van specifieke peptiden in melk te evalueren.

Projectpartners

Flanders’ FOOD beheert en coördineerde het project. De uitvoering was in handen van het departement Technologie & Voeding (ILVO) onder leiding van dr. Jan De Block en prof. dr. Marc Heyndrickx.

Aanschaffen van de resultaten

Het project is afgelopen sinds november 2017, maar het rapport met de resultaten, de adviezen en de protocollen kan wel nog besteld worden. Bij de bestelling van het rapport kan er ook een persoonlijke toelichting worden gegeven door één van onze innovatie managers. De prijs hiervan is afhankelijk van de deelnameprijs voor een project, de ouderdom van de resultaten en de grootte (aantal werknemers) van het bedrijf. Voor meer info en/of een bestelling, neemt u best contact op met de projectbeheerder.