We weten weer wat meer over suiker(s)

Suikers zijn een hot topic, en dan vooral het minderen ervan. Ook in de wetenschappelijke studies. Wat brachten die studies zoal naar boven in 2014, en moet het nu echt, dat minderen?

De wetenschappelijke bevindingen rond suiker en gezondheid zijn aan het exploderen. Onderzoek naar voeding blijft wel een moeilijke zaak (zie ook dit artikel), waardoor er veel tegenstrijdigheden kunnen optreden. Maar begin 2014 stelde ook de WHO voor om de richtlijnen voor suikerconsumptie aan te passen, en een dergelijke organisatie zal dat niet doen zonder reden. Een paar opvallende onderzoek(sresultaten) over suiker(s) van het voorbije jaar…

Suiker slecht voor het hart?

Begin dit jaar werd in een studie, gepubliceerd in JAMA, een relatie gevonden tussen een verhoogde suikerconsumptie en een verhoogd risico op cardiovasculaire problemen. Het onderzoek was gebaseerd op data van de National Health and Nutrition Examination Survey (NHANES), zeg maar de Amerikaanse tegenhanger van onze voedselconsumptiepeilingen en gezondheidsenquêtes, statistisch ben je daar dus wel iets mee. Maar correlatie wil natuurlijk niet zeggen dat er ook steeds een causaal verband is, vooral omdat het om observationele data gaat, maar de link is zeker verder onderzoek waardig. Nieuwe publicaties volgden snel, een meta-analyse uit het American Journal of Clinical Nutrition vond een gelijkaardig verband tussen suikers en bloeddruk, maar ook serum lipidegehalte, beide risicofactoren voor cardiovasculaire problemen. Een andere meta-analyse uit het American Journal of Cardiology bevestigde een relatie tussen de consumptie van gesuikerde frisdranken en risico op hoge bloeddruk, maar kon daarbij het achterliggende mechanisme helaas niet verklaren. En recentelijk werd in BMJ Open Heart de discussie opgeworpen dat suikers (en vooral fructose) een sterkere rol zouden spelen in de ontwikkeling van cardiovasculaire problemen dan zout. Gebaseerd op een synthese van de literatuur, stellen ze dat er een sterke link is tussen suikerconsumptie, insulineresistentie en hypertensie, met cardiovasculaire problemen tot gevolg. Een kritische kijk op dit soort syntheses is nodig, maar dat geldt evenzeer voor de huidige opvattingen, die, door te veel de focus te leggen op één schuldige (zout), andere factoren die meespelen misschien door de vingers zien.

Wat is dat nu met die suikerverslaving?

Een discussie die al langer aan de gang is. Suiker zou een ‘drug’ zijn die verslavend werkt, waardoor je in een vicieuze cirkel raakt van steeds meer om aan eenzelfde ‘high’ te geraken. Mij leek het wat vergezocht, en dat was ook de conclusie van een review gepubliceerd in Neuroscience and Biobehavioral Reviews. Wat zij vonden was dat er wel een soort van eetverslaving kan ontstaan, vergelijkbaar met een verslaving aan gokken of seks, die voortkomt uit het euforische gevoel dat deze handelingen kunnen teweegbrengen (en zoetigheden brengen daarbij misschien wel wat meer euforie mee dan pakweg gekookte groenten), maar dat er geen specifieke fysiologische verslavingsreactie optreedt voor bepaalde nutriënten, zoals suiker. Niettegenstaande treden er wel heel wat fysiologische reacties op bij consumptie van suiker(s), die een rol spelen in de regulatie van honger en verzadiging. En dat er een vorm van vicieuze cirkel kan optreden is ook niet helemaal uit de lucht gegrepen als we kijken naar het ontstaan van insulineresistentie (en verstoring van het glucosemetabolisme), en het verminderen van de gevoeligheid voor zoet (waardoor meer zoete smaak nodig is om tot dezelfde sensatie te komen). Maar dat wisten we al langer...

Accepteer marketing-cookies om deze content weer te geven.

Cookie-instellingen

Worden we dan toch sneller oud van suiker?

Een ander interessant effect dat onderzocht werd aan de University of California-San Francisco in een studie gepubliceerd in the American Journal of Public Health. Dit vermeende effect was één van de redenen waarom suiker werd geband uit het anti-ageing dieet uit De Voedselzandloper, en krijgt hiermee ook wat meer wetenschappelijke back-up. De onderzoekers vonden dat bij de bloedstalen van deelnemers aan de reeds eerder genoemde National Health and Nutrition Examination Survey (NHANES), diegenen met de hoogste consumptie van gesuikerde frisdranken ook kortere telomeren hadden. Telomeren zijn de uiteinden van chromosomen, en zijn een ‘bufferzone’ voor veelvuldige celdeling. Bij iedere celdeling moeten chromosomen namelijk repliceren, en door de specifieke manier waarop dat gebeurt, verliest het chromosoom telkens een stukje materiaal aan de uiteinden. Daardoor wordt de lengte (eigenlijk de ‘kortte’) van de telomeren vaak gezien als een indicator voor veroudering. Het feit dat diegenen die veel frisdranken naar binnen werkten ook kortere telomeren hadden, zou dus een indicatie kunnen zijn voor snellere veroudering. De onderzoekers zijn alvast bezig dit gegeven verder uit te pluizen!

Conclusie

Interessante bevindingen, dat zeker. En daarbij ook weer een beetje meer bevestiging van wat we ook al wel vermoedden: Geniet, maar met mate…

Bronnen