Laat u leiden door langetermijntrends

We worden overspoeld door ‘voedingstrends’. Het recent verschenen Landbouw- en Visserijrapport doet een meer dan verdienstelijke poging om de allerbelangrijkste langetermijntrends te synthetiseren en op te lijsten. Bij deze de synthese van de synthese.

Op de meeste trends speelt Flanders’ FOOD al een geruime tijd in aan de hand van onder meer onderzoeksprojecten en activiteiten. Desalniettemin levert het LARA-rapport een mooi overzicht van de voornaamste voedingstrends waarmee bedrijven uit de sector rekening dienen te houden.

Het betreft 5 overkoepelende langetermijntrends die door de auteurs onderzocht werden en omschreven kunnen worden als:

  • Gemaksvoeding in nieuwe ketenformules
  • Back to basics: authenticiteit, natuurlijkheid en oorsprong
  • Evenwichtige voeding op maat: functionele en doelgroepenvoeding
  • 'Duurzame voeding'
  • Anders eten

Het betreffen in essentie reacties van consumenten en tendensen binnen de keten. Hoewel de grootste trend in principe het bestendigen van het klassieke voedingspatroon is (niet onbelangrijk!), ontwikkelen de hieronder behandelde trends zich omdat ze technisch mogelijk zijn en aansluiten op wat een significant deel van de consumenten hoog in het vaandel houdt.

‘Een trend’ is in principe te omschrijven als de manier waarop de keten (de markt) inspeelt op aankoopcriteria die een rol spelen in ons voedselconsumptiepatroon.

Gemaksvoeding in nieuwe ketenformules

De groeiende behoefte aan ‘gemak’ is bij consumenten niet meer weg te denken: er wordt verwacht dat een divers gamma aan voedingswaren overal en te allen tijde beschikbaar is. E-commerce en thuislevering van voeding sluit nauw aan bij deze trend naar gemaksvoeding (‘convenience food’).

Het steeds belangrijker worden van gebruiksgemak en de mogelijkheid om voedsel te consumeren op het gewenste tijdstip kent meerdere (maatschappelijke) oorzaken:

  • Onze drukke levensstijl
  • De veranderende samenstelling van gezinnen (meer tweeverdieners en singles met kinderen)
  • De verouderende bevolking

Tevens zijn er verschillende categorieën gemaksvoeding te onderscheiden:

  • ‘Ready to cook’: producten die onmiddellijk verwerkt kunnen worden (vb. 4de gamma groenten)
  • ‘Ready to heat’: producten die enkel opgewarmd moeten worden (vb. diepgevroren kant-en-klaarmaaltijden)
  • ‘Ready to eat’: zonder voorbereiding direct te consumeren (vb. belegde broodjes)

Gemaksvoeding stelt allerlei uitdagingen wat betreft gebruiksvriendelijkheid, voedselveiligheid, variatie, verpakkingen, voedingswaarde en aantrekkelijkheid van het product. Aan de andere kant biedt convenience food echter ook kansen om consumenten aan te zetten tot gezonde voeding (bv. om de groentenconsumptie te verhogen).

Back to basics: authenticiteit, natuurlijkheid en oorsprong

De zoektocht naar ‘natuurlijk voedsel’ is groot: consumenten willen voedsel zonder additieven, dat bovendien minder verwerkt is en slechts een beperkt aantal ‘herkenbare’ ingrediënten bevat. ‘Afwezigheid van additieven’, ‘land van herkomst’ en ‘lokaal geproduceerd’ worden belangrijke aankoopcriteria.

Het vereenvoudigen van recepturen en meer aandacht hebben voor lokale grondstoffen zijn 2 manieren om als voedingsproducent in te spelen op deze trend. Een algemene reductie van het aantal gebruikte ingrediënten heeft de plaats ingenomen van het (louter) wegwerken van het aantal E-nummers.

Korte ketens – die in de lift zitten – spelen voornamelijk in op de vraag naar lokale ingrediënten (een belangrijk aspect van ‘het teruggrijpen naar de basis’). Denk hierbij aan hoevewinkels, boerenmarkten, zelfoogst- en zelfpluktuinen, Community Supported Agriculture (CSA), buurderijen en voedselteams als verschijningsvormen (heel divers wat betreft aanpak en kanalen). De blijvend toenemende populariteit van bio reflecteert ook de drang van consumenten naar meer authenticiteit en natuurlijkheid.

Om deze trend wat in perspectief te plaatsen: de Belgische voedingsindustrie zet reeds in grote mate in op lokale grondstoffen. Volgens cijfers van FEVIA was in het jaar 2013, 60% van de landbouwgrondstoffen die aangewend werden afkomstig van Belgische landbouwers. Wat toch wel opmerkelijk is in een geglobaliseerde wereld en een open economie als België.

evenwichtige voeding op maat

Het (in toenemende mate) aanbieden van functionele voeding en doelgroepenvoeding zijn twee manieren waarmee de agrovoedingsketen inspeelt op de groeiende aandacht voor de relatie tussen voeding en gezondheid. Het aanbod aan dergelijke levensmiddelen vergroten en evenwichtig houden zijn volgens de VRWI bovendien topprioriteiten voor de Vlaamse voedingsindustrie voor het komende decennium.

Functionele voeding

Functionele levensmiddelen zijn voedingsmiddelen die van nature functionele nutriënten bevatten (vb. algen die rijk zijn aan omega-3-vetzuren), of verrijkte levensmiddelen (waaraan bijvoorbeeld bepaalde vitaminen zijn toegevoegd). In essentie bevat dergelijke voeding gezondheidsbevorderende componenten of bestanddelen die kans op ziekte tegengaan.

Het grootste aandeel van verrijkte voedingsmiddelen is op dit moment terug te vinden binnen de voedingsgroepen ‘graan en graanproducten’, ‘melkproducten en vervangproducten’ en ‘vet en olie’. Denk hierbij respectievelijk aan ontbijtgranen, plantaardige zuivelalternatieven en margarines.

Volgens wetenschappelijk onderzoek zal het informeren van de consument over de mogelijke gezondheidsbaten van functionele voedingsmiddelen op een meer betrouwbare manier moeten gebeuren dan via de (huidige) commerciële boodschappen als men de eerder kritische en wantrouwige Belgische consument wenst te overtuigen van het nut van functionele levensmiddelen.

Doelgroepenvoeding

Doelgroepenvoeding speelt in op het wetenschappelijk feit dat nutritionele behoeften verschillen naargelang verschillende parameters:

  • Leeftijd
  • Levensstijl
  • Medische of genetische achtergrond

Bovendien kunnen eetgewoonten verschillen op basis van cultuur, geloof, overtuiging (denk bv. aan vegetarisme), opvoeding en sociale klasse (gezondheidsongelijkheid heeft ook betrekking op voeding).

Op basis van deze verschillende parameters wordt voeding steeds meer aangepast aan specifieke (gezondheids)behoeften van doelgroepen of tot op het individuele niveau. Er wordt ook wel gesproken over ‘lifestyle nutrition’ of ‘life-stage nutrition’ enerzijds, en ‘gepersonaliseerde voeding’ anderzijds.

Het Flanders’ FOOD-project SeniorFOOD toonde bijvoorbeeld aan dat er binnen de groep van ‘ouderen’ verschillende groepen te onderscheiden zijn op vlak van problemen met en oplossingen voor voedingsgerelateerde aspecten.

'Duurzame voeding'

De grotere aandacht voor de duurzaamheid van ons voedsel is niet meer weg te denken; naast de productiezijde, dient ook de consumptiezijde aangesproken te worden om tot een duurzamer voedselsysteem te komen. Anders gaan consumeren kan dus oplossingen bieden.

Consumenten hebben de macht om met hun (aankoop)keuzes duurzamere voedselproductie te belonen en minder duurzame alternatieven af te straffen. Retailers spelen hierin uiteraard een doorslaggevende rol: zij bepalen in heel grote mate het productaanbod waaruit consumenten kunnen kiezen.

In het algemeen blijkt uit onderzoek dat consumenten positief staan ten opzichte van duurzaamheidsaspecten (zoals bv. milieubescherming): een essentiële basis voor de ontwikkeling en vermarkting van duurzame(re) producten. Geïnformeerde keuzes (bv. op basis van een duurzaamheidslabel) zouden consumenten versterken om hun consumptie te verduurzamen.

Een aantal belangrijke (sub)thema’s die aan duurzaam voedsel gelinkt worden, worden in het LARA-rapport uitgebreid behandeld – hieronder wordt de essentie ervan bondig samengevat.

Dierenwelzijn

In Vlaanderen bestaat er op dit moment geen algemeen dierenwelzijnslabel. Enkel de verplichte stempelcode bij eieren die verwijst naar het houderijsysteem van legkippen is enigszins te beschouwen als een dergelijk label.

De Vlaamse bestedingen aan scharreleieren en eieren van vrije uitloop namen recent alvast toe, terwijl het beperkte aandeel kooi-eieren verder afneemt. De voedingsindustrie blijkt wel de grootste verbruiker van eieren uit verrijkte kooi (voor producten als mayonaise en cake), hoewel ook hier de trend naar een groter gebruik van vrije-uitloop- en scharreleieren aanwezig is.

Duurzame vis

De Vlaamse visserij engageert zich de laatste jaren steeds meer om duurzaamheid te integreren in de sector. Dit komt onder meer tot uiting in het Maatschappelijk Convenant 2015-2020 ‘Visserij verduurzaamt’ dat wegen naar een duurzame Vlaamse visserij vooropstelt.

Verder zijn er twee internationale labels voor duurzame visserijproducten (die naast vis, ook toepassing hebben op schelp- en schaaldieren):

 

Figuur 1: Logo's MSC- en ASC-label

De consumptie van zowel MSC- als ASC-producten neemt toe in Vlaanderen; hun gezamenlijke marktaandeel ligt naar schatting op 20% à 25% t.o.v. het totale thuisverbruik.

Duurzame en eerlijke handel

Eerlijke handel, fair trade en vormen van ethische handel worden samengenomen onder de overkoepelende term ‘duurzame handel’. In essentie gaat het hierbij om (eerlijke) handelsrelaties met zowel ontwikkelingslanden als opkomende economieën.

Op voedingsproducten kunnen 3 belangrijke labels voor duurzame handel teruggevonden worden – het betreffen 3 onafhankelijk gecontroleerde labels:

  • Fairtradelabel: aandacht voor economische, ecologische en sociale criteria
  • UTZ Certified: voornamelijk aandacht voor het productieproces
  • Rainforest Alliance: voornamelijk aandacht voor de bescherming van de biodiversiteit en leefomgeving

Figuur 2: Logo's Fairtrade, UTZ Certified en Rainforest Alliance

De verkoop van Fairtrade-voedingsproducten aan consumenten in België kent in ieder geval een stijgende trend.

Anders eten

Veranderingen in onze voedingspatronen – die meer of minder ingrijpend kunnen zijn – kunnen toegeschreven worden aan een hele resem overwegingen op basis van:

  • Religie (vb. joden en moslims eten geen varkensvlees)
  • Ideologie (vb. veganisten eten geen producten van dierlijke oorsprong)
  • Gezondheids-, duurzaamheids- of smaakaspecten (denk hierbij bv. aan mensen met een voedselovergevoeligheid)

Belangrijk hierbij is ook het fenomeen dat consumenten die niet tot een bepaalde doelgroep behoren zich aangesproken voelen door bepaalde concepten (mensen die bijvoorbeeld glutenvrij gaan eten terwijl ze niet glutenintolerant zijn omdat ze bijvoorbeeld denken hiermee een gezonder dieet aan te houden).

De agrovoedingsketen volgt deze consumententrends op, maar komt ook op de proppen met alternatieve eet- en voedingsontwikkelingen.

Waarde- en geloofseten

Religieuze voorschriften vormen een belangrijke factor in het menselijk voedingspatroon, en zijn dit bovendien altijd geweest.

Vooral halalvoeding blijkt een sterke groeimarkt door een toegenomen welvaart en culturele identiteit hieromtrent bij een groeiende Belgische moslimbevolking. Of hoe migratie met andere woorden positief kan bijdragen aan het ontstaan van nieuwe marktsegmenten en een verrijking van de (eet)cultuur. Een voorzichtige raming schat de Belgische halalvoedingsmarkt op €1,7 miljard.

Vermindering van dierlijke eiwitten

De vleesconsumptie in het Westen kent de laatste decennia een gestage afname. In de periode 2005-2014 nam de gemiddelde Belgische vleesconsumptie met 12% af tot 57,8 kg per jaar. Bovendien zou 16% van alle Vlamingen flexitariër zijn en meerdere keren per week geen vlees gebruiken tijdens een maaltijd. Ten slotte daalt het aantal Vlamingen dat aangeeft een hoge vleesconsumptie te hebben.

Niet alle vervangproducten van dierlijke eiwitten zijn echter even populair. De consumptie van plantaardige zuivelalternatieven (zoals soja-, noten- en graandranken) is bijvoorbeeld meer ingeburgerd in het thuisverbruik dan die van vleesvervangers.

Algen en wieren

Op dit moment zijn er al een reeks (algen)bestanddelen en wieren in gebruik (in voeding of als supplement), terwijl nieuwe toepassingsmogelijkheden volop in een onderzoeksfase vertoeven.

Algen worden door sommigen beschouwd als ‘het groene goud van de toekomst’ voor de voedingsindustrie (ze hebben namelijk een aantal voordelen in vergelijking met conventionele landbouwgewassen).

In de voedingssector ligt de huidige focus voornamelijk op de vetzuren uit algen. Het is dan ook belangrijk te vermelden dat kwaliteit van de algeneiwitten aanleunt bij deze van soja-eiwitten.

Insecten

Hoewel de verkoop van insectenvoeding momenteel nog niet in de lift zit (een meerderheid van de Vlamingen bestempelt het eten ervan nog als ‘wansmakelijk’), worden insecten door sommigen wel gezien als een toekomstige bron van voedsel of dierenvoeding.

Insecten zijn (gemiddeld) rijk aan eiwitten en ander nutriënten (onverzadigde vetzuren, mineralen), hun milieu-impact is kleiner dan andere dierlijke producten, en ze zouden vanaf 2017 opgenomen worden in de actieve voedingsdriehoek.

Hoewel reeds insectenproducten geïntroduceerd zijn in onze supermarkten, wordt er zeker nog onderzoek verricht naar verdere toepassing van eetbare insecten in westerse voedingsproducten. Op dit moment worden er dus in ons land een aantal soorten getolereerd voor consumptie (10 insectensoorten op basis van een lijst opgesteld door het FAVV), maar vanaf 2018 zullen insectenproducten gereglementeerd worden op basis van een Europese Verordening (nr. 258/97 of de ‘novel foods’-verordening).

Kweekvlees

Bij de productie van kweek- of kunstvlees worden dierlijke stamcellen in vitro vermeerderd om te specialiseren tot spiercellen. Het vlees is dus niet afkomstig van de slacht van dieren, en kan beschouwd worden als een eerder ‘futuristisch’ alternatief voor dierlijke eiwitten.

Van zodra de technologie volledig op punt staat zal bepaald kunnen worden of dit een duurzaam alternatief is, en of de milieu-impact van kweekvlees effectief lager is dan van vlees (zoals theoretisch uiteraard kan verondersteld worden). Kweekvlees past echter wel binnen een ‘carnivore cultuur’, waardoor impliciet de boodschap wordt uitgedragen dat vleesconsumptie nodig en wenselijk is.

3D-foodprinting

De techniek om voedsel te printen (3D-foodprinting) staat nog in haar kinderschoenen. Toch lijken de mogelijkheden eindeloos. Een 3D-printer kan volledig gepersonaliseerde voeding aanbieden, zowel naar smaak, vorm, textuur, voedingswaarde als samenstelling. Die personaliseerbaarheid maakt het interessant voor bedrijven die zich zo in de markt willen zetten en voor bepaalde doelgroepen met specifieke eisen (bv. sporters, diabetici, mensen met slikproblemen).

Op dit moment bestaan er al pasta-, chocolade- en snoepprinters voor de voedingsindustrie. Een wetgevend kader ontbreekt echter nog (bv. op vlak van voedselveiligheid). De toekomst zal moeten uitwijzen of deze innovatie verder voet aan wal zal zetten.

Verder lezen?

Trends en innovaties in het voedingssysteem worden uitgebreid behandeld in het gelijknamige hoofdstuk van het in 2016 verschenen LARA-rapport ‘Voedsel om over na te denken’: http://lv.vlaanderen.be/sites/default/files/attachments/lara2016_05_trends_en_innovaties_in_het_voedingssysteem.pdf

Op een ander hoofdstuk van het LARA-rapport (betreffende knelpunten en oplossingsrichtingen van en voor de agrovoedingsindutrie) werd bovendien reeds ingegaan in het Radar-artikel 'Voedsel om over na te denken'.

Bronnen