Ruim een jaar geleden, startten Flanders’ FOOD, ILVO, WTCB en FEBEV met een collectief onderzoeksproject waarin we de rol van ventilatie op de verspreiding van covid-19 in de vlees (‘meat’) industrie onderzochten: Venticoveat. Het onderzoeksteam zorgde voor een multidisciplinaire kijk en met de hulp van de voedingsbedrijven van de begeleidingsgroep verworven we inzichten die we graag met jou delen.
Voor we de resultaten overlopen, nemen we je eerst terug mee naar maart 2020. Het aantal coronabesmettingen stijgt sterk en we stevenen we af op een eerste ‘lockdown’. Thuiswerk is de norm en maatregelen zoals handen desinfecteren, afstand houden en mondmaskerdracht worden het nieuwe normaal.
Toch zijn er essentiële sectoren, waaronder de voedingsindustrie, die dapper blijven doorwerken om de maatschappij te voorzien van hun diensten en producten. Ondanks alle maatregelen krijgen enkele voedingsbedrijven te maken met een corona-uitbraak. Dan is al gekend dat je het coronavirus via contact doorgeeft en begint het ook duidelijk te worden dat heel kleine druppels, aerosolen, het virus door de lucht verspreiden.
Het valt op dat de vleesindustrie een gevoelige sector voor corona-uitbraken is en daarom stappen enkele bedrijven naar FEBEV (Federatie van het Belgisch vlees) en Flanders’ FOOD om samen te onderzoeken welke extra maatregelen de vleesindustrie kunnen nemen om het risico op besmettingen op de werkvloer te verkleinen.
Waarom is de vleesindustrie gevoelig(er) voor corona-uitbraken?
Er spelen verschillende factoren mee in het verhaal waarom de vleesindustrie gevoelig(er) is aan een uitbraak. Werknemers verwerken vlees grotendeels op een manuele manier, waardoor ze tijdens hun shiften in eenzelfde ruimte zijn. Je kan het niet vergelijken met een ruimte waar mensen samen een kantoor job uitoefenen, want dit manueel werk is arbeidsintensief, waardoor bij een hogere ademhaling ook meer aerosolen vrijkomen in de ruimte.
Een tweede hinderpaal die we bij de bedrijven tegenkomen, is de infrastructuur. Voor de coronapandemie waren er vaak vaste werkposten, waarbij bedrijven geen rekening hielden met de afstandsregels. In de coronapandemie houden bedrijven hier zoveel mogelijk rekening mee, maar in sommige situaties kunnen werknemers de afstand niet voldoende bewaren.
Een derde en zeer belangrijke factor die meespeelt in de verspreiding is het gevolg van de wetgeving rond voedselveiligheid. In het productieproces van vleesproducten mag de kerntemperatuur van het vlees niet boven 7°C zijn. Daardoor koelen ze de ruimtes tot 10°C. Koude temperaturen spelen in het voordeel van het coronavirus, omdat ze in koudere omgevingen langer overleven en zo ook langer in de ruimte zijn.
Om de ruimtes te koelen, doen bedrijven beroep op recirculatiesystemen die efficiënter de omgevingstemperatuur koelen. Dat zorgt er wel voor dat de uitgeademde aerosolen niet uit de ruimte verdwijnen en dat na een verloop van tijd er meer en meer aerosolen zijn in de lucht. Dat geldt ook voor andere luchtoverdraagbare micro-organismen en polluenten die een invloed hebben op zowel het welzijn van werknemers als de kwaliteit van het voedingsproduct.
Die factoren spelen dus een belangrijke rol in de verspreiding van het coronavirus en met dit project benadrukken we aan alle voedingsbedrijven dat verse buitenlucht van groot belang is om te voorkomen dat het coronavirus zich verspreidt.
Rol van Ventilatie, filtratie en luchtzuivering
De vleesindustrie heeft inzichten nodig rond het coronavirus en welke rol ventilatie speelt op het besmettingsrisico. Daarom onderzochten Joris Van Herreweghe (laboratorium voor microbiologie en micropartikels) en Romy Van Gaever (laboratorium voor verwarming en ventilatie) van WTCB hoe het coronavirus zich door de lucht verspreidt en welke factoren een belangrijke rol hierin spelen. Daarnaast voorzien ze met hun expertise een overzicht van de huidige ventilatie- en luchtzuiveringstechnieken die bedrijven gebruiken om het coronavirus af te doden of op te vangen. Ventilatietechnieken zorgen voor de nodige luchtverversing en bijhorende afvoer van virusbevattende aerosolen.
In hun onderzoek komen ze verschillende studies rond ‘super spreading’ events tegen waarbij bepaalde factoren telkens terugkomen. Zo hebben die ‘super spreading’ events gemeen dat de besmettingsgraad hoog is, als een besmette persoon in een kleine en slecht geventileerde ruimte is met veel personen. Een voorbeeld van zo’n event is de uitbraak in het Duitse slachthuis Tönnies. Uit die studie blijkt dat de slechte ventilatie een groot aandeel had bij de verspreiding van het coronavirus op de werkvloer. Tönnies volgde de opgelegde maatregelen op, maar toch raakten werknemers besmet die 8 m van elkaar vandaan stonden (Günther et al., 2020).
Je kan je afvragen of de maatregelen wel zinvol zijn als er toch besmettingen op de werkvloer optreden. Toch is de meest effectieve oplossing dat je alle beschikbare maatregelen combineert. Als je een goed werkend ventilatiesysteem, filtratiesystemen of luchtzuiveringstoestellen installeert, los je het probleem deels op. Ondanks de duurdere kost ervan, biedt ventilatie op lange termijn een groot voordeel, ook na de coronapandemie (figuur 1).

Figuur 1: Maatregelen toepasbaar op het voorkomen dat het coronavirus zich verspreidt. Aangepast overgenomen uit “Hazard Controls for COVID-19” van UC Davis, 2020, (https://aghealth.ucdavis.edu/news/hazard-controls-covid-19). Copyright 2021, UC Davis.
Op 2 februari 2021 organiseerden we een webinar rond de rol die ventilatie speelt bij de verspreiding van het coronavirus. In dat webinar geven Romy Van Gaever en Joris Van Herreweghe inzichten mee over het coronavirus en de technieken die de verspreiding door de lucht tegengaan.
Rol van ventilatie in de preventie van aërogene coronatransmissie in voedingsverwerkende omgevingen
Luchtstromen simuleren om het coronavirus beter te weren
ILVO gaat in dit project zelfs een stapje verder en geeft de luchtstromen van enkele vleesbedrijven weer. Özer Bagci (Onderzoeker warmte- en massatransport van ILVO) onderzoekt via simulaties welke aanpassingen op de werkvloer ervoor zorgen dat het besmettingsrisico daalt.