Eén van de meest belangrijke ontwikkelingen van de voorbije jaren zijn de zogenaamde drop-ins: kunststoffen geproduceerd uit monomeren afkomstig van biogebaseerde grondstoffen en die de equivalent zijn van hun aardoliegebaseerde tegenpolen. Bekende voorbeelden zijn hierbij bio-PE, bio-PP en bio-PET, waarbij bio-ethanol als grondstof gebruikt wordt om (deels) deze kunststoffen te produceren. Een sterke productiestijging in deze type bioplastics mag verwacht worden in 2013.
Een belangrijk gevolg van bovenstaande is dat het aandeel niet-composteerbare bioplastics sterk zal toenemen; bio-PE en andere drop-ins zijn namelijk niet-composteerbaar en dienen dan ook duidelijk onderscheiden te worden van de bioplastics die wel (industrieel) composteerbaar zijn. Tot deze laatste behoren de ‘klassieke’ bioplastics zoals PLA (polymelkzuur), cellofaan, zetmeel of PHA (polyhydroxyalkanoaten). Een duidelijke visie naar zowel transparante logo’s als mogelijke afvalverwerkingsopties dringt zich op en zal ongetwijfeld een belangrijk punt van discussie zijn in 2013.
Kijken we iets verder dan 2013, dan zien we in 2016 een geschatte productie van 5,7 miljoen ton bioplastics, waar dit in 2011 nog slechts 1,2 miljoen ton was (bron: European bioplastics). Dit is steeds nog maar een kleine fractie in vergelijking met conventionele kunststoffen (ongeveer 200 miljoen ton), maar is wel een significante toename. Dit brengt ook met zich mee dat hiervoor voldoende biogebaseerde grondstoffen moeten voor handen zijn. Hier kan verwacht worden dat er meer en meer zal ingezet worden op valorisatie van componenten uit afvalstromen zoals cellulose ondermeer uit oogst- of houtresten, dat via verschillende technieken kan verwerkt worden tot suikers die op hun beurt kunnen aangewend worden voor productie bio-ethanol, melkzuur,… Er moet zeker ook uitgekeken worden naar nieuwe ontwikkelingen op het niveau van algenproductie en de daaraan gekoppelde mogelijke grondstoffen voor kunststoffen. De verwachte sterke toename aan bioplastics kan er uiteraard maar komen als er ook voldoende productiecapaciteit aanwezig is. Naar locaties toe wordt een sterke stijging verwacht aan productiefaciliteiten in zowel Azië als Zuid-Amerika (bron: European Bioplastics).
Ook in 2013 mogen tenslotte verdere ontwikkelingen verwacht worden in de performantie van de ‘klassieke’ bioplastics onder andere door gebruik te maken van biogebaseerde additieven en andere modificaties zodat een bredere waaier van toepassingen mogelijk zullen zijn. Hierbij kan gedacht worden aan meer hitteresistente materialen; Pack4Food draagt hier ook aan bij via het VIS-traject “Duurzame en functionele verpakkingen” (meer info op volgende link). Verder mag verwacht worden dat het aandeel biogebaseerde additieven ook groter zal worden bij de drop-ins ter vervanging van de aardoliegebaseerde additieven.
Bronnen
- PlasticsToday.com
- European-bioplastics.org
- Pack4Food