In tijden waarin de kennis over gezondheid, genetica, voeding, … nog niet zo ver stond als nu, zijn grove fouten gebeurd in onderzoek, richtlijnen voor gezonde voeding, of de toepassing ervan. Denk maar aan de aanbeveling om boter te vervangen door margarine, die achteraf transvetzuren bleek te bevatten en daardoor nog nefaster voor de gezondheid dan boter. Het is voor iedereen moeilijk om toe te geven dat ze het bij het verkeerde eind hebben, zowel voor onderzoekers die, overtuigd van een bepaalde theorie, resultaten die hun theorie tegenspreken (onbewust) kunnen negeren, als voor dokters en andere gezondheidsadviseurs die het advies dat ze al jarenlang geven niet zomaar gaan veranderen, ook al is er voldoende bewijs dat ze dat beter zouden doen.
Tenslotte zijn er ook vaak economische belangen bij betrokken
Economische belangen van de onderzoekers, die resultaten moeten halen om geld te kunnen binnenhalen voor nieuw onderzoek. Economische belangen van landen en landbouworganisaties, die lokale producten willen promoten en de economie stimuleren. Daarom verschillen de aanbevelingen voor gezondheid van land tot land, en neemt bijvoorbeeld olijfolie in mediterrane landen een veel belangrijkere plaats in in de aanbevelingen dan bij ons. En economische belangen van voedingsbedrijven, die hun product willen verkopen en wetenschappelijk onderzoek subsidiëren of voeren, en enkel de resultaten (laten) publiceren wanneer het in hun voordeel uitkomt. Deze belangenvermenging bepaalt natuurlijk niet per sé het resultaat van het onderzoek, maar het kan in bepaalde gevallen wel meespelen.
Zijn er dan geen zekerheden over gezonde voeding? Gelukkig wel, de basisrichtlijnen, zijnde eet gevarieerd en veel groente en fruit, drink voldoende water en zorg voor voldoende beweging, zijn universeel!
Bronnen