De ‘energiebalans’ en hoe die beïnvloed wordt

Overgewicht wordt veroorzaakt door een positieve energiebalans: een grotere energie-inneming dan energieverbruik. Welke factoren beïnvloeden die energiebalans? Wat is de rol van eten en bewegen bij het ontstaan van overgewicht en bij afvallen en welke fysiologische mechanismen beïnvloeden dit? RIVM bundelde de beschikbare info in een rapport.

Inspelen op de positieve energiebalans, via een beperking van de energie-inneming via de voeding en/of het energieverbruik via de lichamelijke activiteit kan deze balans terug in evenwicht brengen. Vaak wordt ervan uitgegaan dat een optimale aanpak ter preventie en behandeling van overgewicht gericht is op deze beide pijlers.  

In het kader van de stijgende tendens van overgewicht is het ook nog steeds de vraag of een tekort aan lichaamsbeweging dan wel veranderingen in het voedingspatroon aan de basis liggen.  Het RIVM bundelde de beschikbare informatie uit de literatuur.  Daarnaast werd onderzocht welke effecten op het gewicht verwacht kunnen worden wanneer ofwel de voeding (energie-inneming) ofwel de lichamelijke activiteit met een bepaalde hoeveelheid veranderd wordt ; en welke compensatie dan optreedt op de andere zijde van de energiebalans.

Dit alles wordt uitvoerig toegelicht in het rapport ‘Effecten van verandering in de energie-inneming of de lichamelijke activiteit op het lichaamsgewicht : Een verkenning van de literatuur rond de energiebalans.’

RIVM(Het Nederlandse Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport) formuleerde op basis van de literatuurstudie 7 hoofdaanbevelingen:

1.Gewichtsstijging ontstaat als de energie-inneming via de voeding hoger is dan het energieverbruik. Het energieverbruik bestaat uit drie componenten,waarvan de lichamelijke activiteit er een is. Verschillende fysiologische mechanismen beïnvloeden de energiebalans en deze kunnen een bijdrage leveren aan het tot stand komen van overgewicht.

2.Via aanpassingen in de voeding lijkt het makkelijker om grotere energietekorten te bereiken dan via meer lichamelijke activiteit. Beleid gericht op afvallen dient dus in ieder geval aandacht te hebben voor het voedingspatroon.

3.Logischerwijs geldt dat dan ook voor beleid ter voorkoming van gewichtsstijging alleen is dan het benodigde energietekort kleiner.

4.Aandacht voor lichamelijke activiteit is echter ook van belang vanwege het gewichtsverlies dat te behalen lijkt bij sedentaire mensen en het voorkomen van terugval bij actieve mensen. Enkele leefstijlinterventies bij mensen met overgewicht lieten grotere effecten op langere termijn zien als naast aandacht voor de voeding ook aandacht is voor beweging. Daarnaast heeft bewegen nog meer gezondheidseffecten die los staan van een eventuele gewichtsverandering.

5.De vraag of het dieet dan wel de lichamelijke activiteit de grootste rol heeft gespeeld in de gewichtstoename van de bevolking in de afgelopen jaren kan niet beantwoord worden. Dit heeft te maken met methodologische beperkingen en de afwezigheid van goede gegevens die representatief zijn op bevolkingsniveau.

6.Zelfs bij gecontroleerde experimenten is er geen eenduidig verband tussen geschatte energiedisbalans en gewichtsverandering. De studies werden vooral uitgevoerd bij mensen met overgewicht of obesitas. De resultaten tonen aan dat een dagelijks verschil van 500 tot 1300 kcal leidt tot een geschatte gewichtsverandering van 6,5 tot 10 kilo in 3 maanden.

7.Meer lichamelijke activiteit via een trainingsprogramma gaat zelden gepaard met gewichtsdaling. Naast compensatie via de voedingsinname, kan ook compensatie in de lichamelijke activiteit buiten het trainingsprogramma optreden. Calorierestrictie lijkt op langere termijn gecompenseerd te worden door minder lichamelijke activiteit.
Er zijn indicaties dat het gedrag 'beter' wordt gecompenseerd wanneer gewichtsverlies dreigt dan wanneer gewichtstijging dreigt. Hierdoor wordt afvallen bemoeilijkt en dit benadrukt dus het belang van beleid gericht op matig gewichtsverlies of voorkomen van gewichtsstijging en gericht op beide zijden van de energiebalans.

Bron: Milder IEJ, Boer JMA, Bemelmans WJE (2010). Effecten van verandering in de energie-inneming of de lichamelijke activiteit op het lichaamsgewicht : Een verkenning van de literatuur rond de energiebalans. RIVM briefrapport 260464001, 66 p in Dutch