Additieven worden als hulpstoffen in voedingsmiddelen toegevoegd om bepaalde eigenschappen, zoals uiterlijk, kwaliteit en houdbaarheid te verbeteren of te behouden. Ze zorgen er bijvoorbeeld voor dat voedingsproducten beter bewaard blijven (conserveermiddelen) of een mooier uitzicht vertonen en beter smaken (kleur- en smaakstoffen).
Tabel 1. Voedseladditieven volgens E-nummer gerangschikt naar functie
E-nummer | Voedseladditief |
E100-E180 | Kleurstoffen |
E200-E252 | Conserveermiddelen |
E260-E297 | Voedingszuren / Conserveermiddelen |
E300-E321 | Antioxidanten |
E322-E385 | Voedingszuren |
E400-E495 | Emulgatoren, stabilisatoren, geleermiddelen en verdikkingsmiddelen |
E420-E421 | Zoetstoffen |
E500-E586 | Zuurteregelaars, antiklontermiddelen en rijsmiddelen |
E620-E650 | Smaakversterkers |
E900-E914 | Glansmiddelen en antischuimmiddelen |
E920-E927 | Meelverbeteraars |
E938-E949 | Verpakkingsgassen |
E950-E968 | Zoetstoffen |
E990- en verder | Overige hulpstoffen, waaronder gemodificeerde zetmelen en enzymen |
Veel consumenten denken onterecht dat additieven of stoffen met een E-nummer onveilig zijn. Om toegepast te mogen worden, moeten additieven aan strenge eisen voldoen. De hulpstof mag geen gevaar voor de gezondheid opleveren en moet een toegevoegde waarde hebben in het product. Na toelating als additief in de Europese Unie krijgen ze een E-nummer.
Ingrediëntenleveranciers kunnen niet zomaar een stof als additief op de markt brengen. Er moet eerst een controleprocedure doorlopen worden. De ADI of aanvaardbare dagelijkse inname moet worden vastgesteld, dit is de gemiddelde hoeveelheid van een stof die je gedurende je hele leven iedere dag kan binnenkrijgen zonder nadelige gevolgen voor de gezondheid. De ADI wordt meestal vastgelegd op basis van dierproeven. Hierin worden verschillende doses van de stof toegediend om vervolgens de dosis te bepalen waarbij er geen waarneembare negatieve effecten optreden (no-observed adverse effect level of NOAEL). De ADI wordt vervolgens berekend door de NOAEL te delen door 100 zodat rekening gehouden wordt met een ruime veiligheidsmarge. We kunnen er dus op vertrouwen dat alle additieven veilig zijn.
Bronnen
- Weet wat je eet – Alles over E-nummers en etiketten (2009). Stichting Voedingscentrum Nederland, Den Haag, p.77.
- Peters, S. (2009). Angst voor E-nummers: veilig of niet? Voeding nu, 1/2, 14-17.