Inleidende begrippen
Caries: een ziekte waarbij bacteriën de harde structuren van tanden beschadigen, hetgeen tot progressieve tandafbraak kan leiden.
Bacteriën accumuleren onder de vorm van plaque op het tandoppervlak waar ze zuren vormen door de fermentatie van koolhydraten. Deze zuren leiden tot een pH verlaging: eens deze minder dan 5,5 bedraagt kunnen de tandmineralen demineraliseren (figuur: de- en remineralisatie van tandweefsel). Vnl. Lactobacilli en een aantal Streptococcus species worden in verband gebracht met caries.
Caries ontwikkelen vnl. wanneer een verstoring van de natuurlijke bacteriën-balans in het plaque resulteert in een toename van zuurproducerende bacteriën. Factoren die dit kunnen veroorzaken zijn: een verhoogde innamefrequentie van fermenteerbare koolhydraten, een verminderde speekseltoevoer (speeksel heeft oa. een bufferende werking), verminderd poetsen etc.
Tanderosie: het onomkeerbaar verlies van hard tandweefsel t.g.v. blootstelling aan zuren, zonder de tussenkomst van bacteriën (figuur). Deze zuren kunnen afkomstig zijn van bv. een verstoorde spijsvertering, uit voeding of uit de omgeving (bv. in een batterijfabriek). Voedingszuren worden echter als de voornaamste oorzaak naar voren geschoven: fruitsappen, soft drinks, dressings etc.
Tanderosie treedt sneller op bij tanden die weinig tandplak hebben: de zuren kunnen het oppervlak makkelijker bereiken. Een ‘zuuraanval’ op de tanden, maakt ze tevens zachter en kwetsbaarder. Daarom wordt ook aangeraden om niet meteen na blootstelling aan zuur de tanden te poetsen.
Tanden en voeding
Suikers en koolhydraten
Er bestaat een relatie tussen tussen het acidogeen (i.e. zuurvormend) en cariogeen (i.e. aanleiding gevend tot caries) potentieel van voeding en de aanwezigheid daarin van suikers. Maar, het suikergehalte van een product is niet bepalend voor de cariogeniteit van het product.
Daarom worden systemen voorgesteld om producten onder te verdelen in ‘goed’ of ‘slecht’ voor de tanden. Deze systemen focussen op enerzijds de zuurrespons van het tandplaque en anderzijds de bepaling van de cariogeniteit van het product in een ratmodel. De belangrijkste beperkingen van deze aanpak: er wordt geen rekening gehouden met de locale, persoonsgebonden omgeving (tandhygiëne, speekselkenmerken,…). Zo kan een product cariogeen zijn voor de ene persoon en veel minder voor de andere!
Alle suikers gelijk?
Glucose, fructose, maltose en sucrose dragen een zelfde acidogeniteit in zich. Lactose is doorgaands minder acidogeen.
Draagt zetmeel bij tot caries?
Enzymes uit het speeksel en afkomstig van bacteriën , kan zetmeel afbreken tot fermenteerbare suikers. Men stelde vast dat zuurvorming vrij snel kan optreden als zetmeelhoudende voeding in contact komt met plaque.
Zetmelen zijn acidogeen in de mond, en daarom moet ook rekening gehouden worden met het cariogeen potentieel ervan.
Goed voor de tanden
Producten die geen suikers of fermenteerbare koolhydraten bevatten én die niet inherent zuur zijn, zijn veilig voor de tanden. Algemeen wordt aangenomen dat producten die 30 minuten na consumptie de pH van plaque niet verlagen of the pH van een zuiver tandoppervlak niet beneden pH 5,7 brengen, veilig zijn voor de tanden. Tabel1 geeft een overzicht van relevante alternatieven (suikervervangers, bulkstoffen en intensieve zoetstoffen). De aangegeven suikeralcoholen en disachariden werden getest en hypo- of niet acidogeen bevonden. Intensieve zoetstoffen vormen geen substraat voor bacteriën uit de mond, en zijn dus niet-cariogeen.
categorie | structuur | Voorbeelden (niet-limiterend) |
polyolen | Gehydrogeneerde monosachariden | Sorbitol, mannitol, xylitol, erythritol |
| Gehydrogeneerde disachariden | Isomalt, lactitol, maltitol |
| Gehydrogeneerde oligosachariden | Maltitolstroop, gehydrogeneerde zetmeelhydrolysaten
|
bulkstoffen | Polymeren | Polydextrose |
Bepaalde disachariden | Sucrose-isomeren | Leucrose, isomaltulose |
Intensieve zoetstoffen |
| Aspartaam, acesulfaamK, sacharine, sucralose |
Ter bescherming
Een levensmiddel dat speekselvorming bevordert, is potentieel minder schadelijk voor de tanden t.g.v. de reinigende en bufferende eigenschappen van het speeksel. Sommige levensmiddelen dragen ook anti-cariogene eigenschappen in zich. Zo bevat melk de anti-cariogene componenten calcium, fosfaat, caseïne en lipiden. Ook extracten van propolis of zoethout en polyfenolen uit cacao kunnen gunstige effecten hebben.
Preventie van caries
M.b.t. voeding en caries, kan ook gesteld worden dat het consumptiepatroon een belangrijk aandachtspunt vormt. Zo is het belangrijk het aantal consumptiegelegenheden te beperken, een constant knabbelen en drinken te vermijden, de consumptie van koolhydraatrijke voeding voor het slapengaan te vermijden etc.
Bron
Oral and Dental Health - Prevention of Dental Caries, Erosion, Gingivitis and Periodontitis. IlSI Europe, Concise Monograph Series, 2009 http://europe.ilsi.org/NR/rdonlyres/8343DC36-DB94-4F53-B8FC-38792A526230/0/OralHealthCM2009.pdf