Meer functies voor biopolymeren

Via het incorporeren van enzymen in verpakkingen kan tijdens bewaring de verpakking actief inwerken op het levensmiddel. Het gebruik van biopolymeren als verpakkingsmateriaal schept bijkomende voordelen.

Via de combinatie van enzymtechnologie en polymeertechnologie worden er verpakkingen bekomen die actief inwerken op de kwaliteit van de verpakte levensmiddelen. Dit geeft een recent overzichtsartikel weer, die het onderzoek naar enzymen als bestanddeel van verpakkingsmateriaal beschrijft.

Er bestaan actieve verpakkingen voor verschillende doeleinden. Zo zijn er in Japan en in de VS enkele films op de markt waarin antimicrobiële additieven op basis van zilver of triclosan aanwezig zijn. Een ander voorbeeld zijn de zakjes, gevuld met ijzerpoeder, die in vochtig milieu dienst doen als zuurstofabsorber.

Enzymen of biocatalysatoren zijn molecules die specifieke chemische reacties mogelijk maken, zonder zelf verbruikt te worden tijdens de reactie. Ook deze componenten kunnen geïncorporeerd worden in de verpakking. Hiertoe dient de polymeermatrix een drager te zijn voor deze enzymen. Een probleem hierbij is dat de traditionele verpakkingsmaterialen zoals polyethyleen (PE) of polypropyleen (PP) vrij inert zijn en daardoor het enzym niet kunnen vasthouden. Dit is verschillend van biopolymeren zoals deze op basis van eiwitten zoals melkeiwitten en polysachariden zoals zetmeel en chitosan. Een voorbeeld van dergelijk systeem is het gebruik van het enzym lysozyme in een chitosanmatrix. Dit enzym werkt in op de celwand van bepaalde bacteriën.

In de toekomst kan er meer onderzoek verwacht worden naar enzymen in verpakkingsmateriaal, mede aangewakkerd door de opkomende nanotechnologie. Het gebruik van nanodeeltjes in verpakkingen laat namelijk toe dat er meer oppervlakte beschikbaar is, waaraan enzymen kunnen gebonden worden.

Bron: Fernández et al. Perspectives for biocatalysts in food packaging. Trends in Food Science & Technology (2008), doi:10.1016/j.tifs.2007.12.004