De zoetstof Stevioside

Momenteel loopt er een nieuwe aanvraag bij het EFSA ter goedkeuring van stevioside. Maar wat is stevioside?

Uit Stevia rebaudiana (Bertoni) Bertoni kunnen verschillende zoetstoffen geëxtraheerd worden. Stevioside en rebaudioside A zijn hiervan veruit de belangrijkste. Al de geëxtraheerde zoetstoffen degraderen tot steviol in de darm door de darmbacteriën(*). De mengeling van zoetstoffen uit de Stevia plant worden daarom steviol glycosiden genoemd.

Stevioside en rebaudioside A zijn 300 keer zoeter dan sucrose. Rebaudioside A is iets zoeter dan stevioside en smaakt net iets aangenamer.

De voordelen om Stevia of steviol glycosiden te gebruiken als zoetstoffen:

  • volledig natuurlijk product
  • geen calorie inhoud
  • de bladeren van Stevia kunnen in hun natuurlijke vorm gebruikt worden
  • dankzij de grote zoetkracht van de steviol glycosides, kan het in zeer kleine hoeveelheden gebruikt worden
  • de plant is niet-toxisch
  • de bladeren van de plant kunnen gekookt worden – stabiel tot 200 °C
  • dropnasmaak
  • niet-fermentatief
  • smaakverbeterend effect
  • in verschillende landen klinisch getest – geen negatieve effecten gevonden
  • ideale, niet verslavende zoetstof voor kinderen

Een groot aantal toxicologische studies hebben bewezen dat steviol glycosides veilig zijn:

  • geen effecten gevonden naar carcinogeniciteit
  • geen effecten op voortplanting / vruchtbaarheid / op voortplantingsorganen of op kippenembryo’s.


Eveneens werden er geen effecten gevonden van steviol glycosides op de bio-beschikbaarheid van nutriënten in het dieet. Een aantal wetenschappelijke publicaties toonden aan dat stevioside en rebaudioside A niet of bijna niet door het menselijk lichaam wordt opgenomen. Verteringsenzymen van het maag-darm stelsel zijn niet in staat om stevioside om te zetten naar steviol. Dit gebeurt wel door dikke darmbacteriën.

De gevormde steviol in de darm wordt makkelijk verwijderd via de urine als steviol glucuronide. Steviol wordt niet opgeslagen in het lichaam en er worden geen schadelijke metabolieten gevormd.

Stevioside kan daarom als zoetstof ook gebruikt worden voor:

  • diabetisch type 2 patiënten
  • fenylketonuria patiënten
  • Candida patiënten

Noot: veel plant gibberellines, een groep van plant hormonen zijn gelijkaardig aan steviol

Goedkeuring

In Japan, USA, Zuid-Korea, Brazilië, Paraguay, Israël en nog een aantal andere landen is stevioside reeds goedgekeurd en mag het dus ook gebruikt worden.

Tijdens de 36e meeting van de Joint Expert Committee for Food Additives van de WHO (JEFCA: 8-17 juni 2004) werd een tijdelijk ADI (Allowable Daily Intake) van 0-2 mg/kg lichaamsgewicht (uitgedrukt als steviol equivalenten, veiligheidsfactor 200) toegestaan. Het wordt uitgedrukt als steviol equivalenten omdat alle steviol glycosides een verschillende moleculaire massa hebben en toch tot steviol afgebroken worden door de darmbacteriën. Deze ADI komt overeen met 5 mg stevioside of 6 mg rebaudioside A. Mogelijks wordt tijdens de volgende bijeenkomst het tijdelijk ADI opgetrokken tot een ADI van 0-4 mg steviol equivalenten of 10 mg stevioside/kg lichaamsgewicht. Zelfs bij deze ADI blijft dit onder de berekende ADI uit resultaten van gezonde vrijwilligers of uit deze bekomen met dierexperimenten.

Een snelle berekening

In verschillende landen is de suikerconsumptie rond de 130 g per dag. Indien alle toegevoegde suiker vervangen zou worden door stevioside, is zo’n 430 mg stevioside nodig, rekening houdend met het feit dat stevioside 300 keer zoeter is dan suiker. Maar in de praktijk blijkt dat er minder nodig zal zijn.


Voorbeeld:

Om confituur te maken wordt normaal 1 kg suiker toegevoegd aan 1 kg vruchten. Nu blijkt dat reeds 0,8 g stevioside, ipv een berekende 3,3 g, nodig is om een zelfde zoetkracht te bekomen.

Daarnaast zijn er eveneens ook ander zoetstoffen op de markt. Vandaar er verwacht wordt dat de inname minder dan 100 mg per dag zou zijn. Voor een persoon van 60 kg, laat de tijdelijke ADI (5*60 kg =) 300 mg per dag toe. De uiteindelijke ADI laat zelfs 600 mg per dag toe. In metabolische studies werd zelfs tot 750 mg stevioside dagelijks ingenomen en geen vrije steviol of zijn metabolieten werden in het bloed of in de urine gedetecteerd. Dit betekent dat de mogelijke steviol concentratie vrij laag was en daardoor zonder mogelijke risico’s.


Om de goedkeuring van Stevioside als voedingsadditief er door te krijgen in Europa werd "European Stevia Association". Voor meer info over EUSTAS zie: www.eustas.org

Bronnen

  • Jan M.C. Geuns. Steviol Glucuronide as Excretion Product of Stevioside in Human Volunteers. Lack of Carcinogenic Properties of Steviol glycosides and Steviol
  • Jan M.C. Geuns. Stevioside: a safe sweetener and possible new drug for the treatment of the metabolic syndrome
  • Jan M.C. Geuns, Johan Buyse, Annelies Vankeirsbilck, Elisabeth H.M. Temme. Metabolism of Stevioside by Healthy
  • Jan M.C. Geuns, Johan Buyse, Annelies Vankeirsbilck, Elisabeth H. M. Temme, Frans Compernoll, Suzanne Toppet. Identification of Steviol Glucuronide in Human Urine. J. Agric. Food Chem. 2006, 54, 2794-2798