Van Food Pilot tot proeftuin agrovoeding 4.0

Flanders’ FOOD wil via een living lab de implementatie van gekende, maar nog niet ten volle benutte (slimme) technologie faciliteren en versnellen, alsook innovatieve ontwikkelingen uit andere sectoren beschikbaar stellen aan de agrovoedingsbedrijven om zo de transformatie naar een agrovoedingsindustrie 4.0 te realiseren.

Van Food pilot tot proeftuin agrovoeding 4.0

De agrovoedingsindustrie in Vlaanderen zet momenteel zijn eerste stappen in de richting van industrie 4.0 en de agrovoedingsfabriek van de toekomst. Grote en R&D intensieve bedrijven, met een breed internationaal netwerk en sterke banden met onderzoeksinstellingen zijn zich ten volle bewust van de nieuwste technologische evoluties op vlak van automatisering, digitalisering, proces- en productoptimalisatie. Via een uitbreiding van de Food Pilot tot living lab (proeftuin) agrovoeding 4.0 wil Flanders’ FOOD de implementatie van gekende, maar nog niet ten volle benutte (slimme) technologie versnellen. En dit zowel op technologisch/hardware vlak als op datamanagement/software vlak. Bijkomend heeft het living lab ook als doel om innovatieve ontwikkelingen uit andere sectoren te demonstreren aan de agrovoedingsbedrijven om zo de transformatie naar een agrovoedingsindustrie 4.0 te realiseren.

Samenwerking is cruciaal!

Het doel van deze living lab is de transitie van industrie 3.0 naar 4.0 te versnellen en in te zetten op een grootschalige, brede implementatie. Om dit te realiseren zullen de speerpuntcluster Flanders’ FOOD, de Food Pilot, ILVO Agrotechniek en het innovatief bedrijvennetwerk Smart Digital Farming samen actief inzetten op deze digitale transitie.

Gezien de complexiteit van de uitdagingen is cluster en sector overschrijdende samenwerking een must. Dit wordt nog maar eens duidelijk via de tweeledige doelgroep die met de proeftuin agrovoeding 4.0 beoogd wordt: enerzijds de agrovoedingssector, die voor meer dan de helft uit KMO’s bestaat, en anderzijds de technologieleveranciers, machinebouwers en integratoren die de technologie aan de agrovoedingsbedrijven zullen verschaffen.

Een living lab vormt de ideale omgeving voor bedrijven om geïnspireerd en geholpen te worden door testen en demonstraties binnen een gespecialiseerde infrastructuur. In de Food Pilot worden technologische oplossingen in verschillende stadia van ontwikkeling ingepast en gedemonstreerd. Door gebruik van deze technologische oplossingen op de pilootinstallaties kunnen de mogelijkheden ervan aangetoond en verder geoptimaliseerd worden.

Connectiviteit doorheen de hele keten (en zelfs ketenoverschrijdend) is een must om te kunnen spreken van een transitie naar industrie 4.0. Om een succesvolle implementatie van industrie 4.0, gesteund op big data, connectiviteit (IoT) en slimme algoritmen te kunnen realiseren, moet dan ook de ganse agro-voedingswaardeketen betrokken worden. Daarom beperkt de proeftuin zich dus niet tot de Food Pilot alleen maar gaat tot aan het veld volgens het principe ‘van veld tot vork’. Op die manier wil deze Agro-Food Pilot een proeftuin zijn waar enerzijds landbouw en voeding elkaar ontmoeten en waar anderzijds innovatieve maar ook bestaande technologieën ter beschikking staan van bedrijven. Ze wil tevens een plek zijn waar technologieontwikkelaars nieuwe technologie kunnen demonstreren, valideren op concrete cases en optimaliseren.  

In een proeftuinnetwerk worden verschillende applicatie- en demonstratiecentra uit verschillende sectoren geconnecteerd om sectoroverschrijdende verbeteringen te realiseren en om nog meer testfaciliteiten aan te bieden aan de bedrijven. Zo vormt de Food Pilot al een proeftuin voor de agrovoeding, waar bedrijven nu al terecht kunnen voor het uittesten van nieuwe concepten, maar ook de applicatiecentra van collectieve centra en pilootinstallaties van bedrijven kunnen hier deel van uitmaken. In een proeftuin kunnen bestaande en opkomende technologische ontwikkelingen gedemonstreerd, getest en gevalideerd worden om zo te komen tot een versnelde implementatie. Onder het motto ‘Seeing is believing’ vormt een proeftuin een ideale omgeving om kennis te maken met nieuwe technologieën en dit voor KMO’s.

We gaan de uitdaging aan!

Via het proeftuin-concept kunnen een aantal grote uitdagingen aangepakt worden:

Uitdaging 1: Een trust-zone creëren tussen agrovoedingsbedrijven en technologieleveranciers van veld tot bord.

Met agrovoedingsbedrijven kijken we vooral naar de primaire (inclusief de agrarische toeleveranciers), de voedingsindustrie (bestaande uit de primaire en secundaire verwerking) en de groothandel deel uitmaakt van een groter geheel, de agrovoedingssector. Om het aanbod van technologie-ontwikkelaars en integratoren af te stemmen op de noden en behoeften van de agrovoedingsbedrijven is het noodzakelijk een trust zone te creëren tussen beide sectoren. Via een living lab kunnen agrovoedingsbedrijven kennismaken met verschillende nieuwe technologieën zoals hardware, software, big data management, … Bovendien zullen zo ook de technologieaanbieders de specifieke noden van de agrovoedingsbedrijven beter leren kennen, wat hen zal toelaten om meer vraaggedreven te werken en beter aan de specifieke vragen te voldoen.

Uitdaging 2: Integratie van sensoren in productie.

De integratie van sensoren in de productielijn is doorgaans geen eenvoudige opdracht. Deze gevoelige meetsystemen zijn vaak niet bestand tegen de extreme condities in een productieomgeving of niet geschikt om met voeding in aanraking te komen. Systeemintegratoren zullen via de proeftuin testen kunnen opzetten in een pilootomgeving om hun sensortechnologie te toetsen aan de minimale vereisten voor gebruik in de agro-voedingsbedrijven. Voedingsbedrijven kunnen dan deze sensoren uittesten in een semi-industriële omgeving.

Uitdaging 3: Big data management.

Digitalisatie is een onmisbare schakel in de transitie naar industrie 4.0. Betrouwbare data verzamelen op een systematische en geautomatiseerde manier, data combineren en analyseren, relevante informatie extraheren uit de beschikbare data die en deze data gebruiken op de meest efficiënte manier is dan ook van het allergrootste belang. Sommige bedrijven produceren nog handgeschreven data en de interpretatie hiervan is vaak gekoppeld aan de kennis en expertise van een specifiek aantal mensen binnen het bedrijf en niet aan bijvoorbeeld objectieve modellen. De waarde van data is maximaal als deze over de ganse keten kan worden verzameld, vanaf het veld over de verwerking tot indien mogelijk bij de consument. Vandaag zijn de sensoren en de technologie beschikbaar om dit mogelijk te maken. Zo kunnen slimme machines data al op het veld data verzamelen die waarde kan hebben voor andere spelers in de keten.

Deze bottlenecks wegwerken is een volgende stap en dit impliceert niet alleen investering in IT oplossingen (vb. data acquisitieplatformen en data-analysesoftware), maar ook in mensen met unieke competenties, nl data-analisten met kennis van agrovoeding gerelateerde uitdagingen en aandacht voor data privacy en data governance.

Uitdaging 4: Opleiding en training van operatoren over nieuwe technologieën.

Agro-voedingsbedrijven hebben niet alleen nood aan demonstratie van nieuwe technologie en begeleiding bij implementatie, maar zeker ook aan opleiding en training. Proeftuinen kunnen hierin een cruciale rol spelen omdat ze de mogelijkheid bieden om operatoren op te leiden in het gebruik van nieuwe technologieën, en om productiemedewerkers kennis te laten maken met het dataverwerkingsaspect. Om aan deze nood te voldoen kunnen in het proeftuin concept specifieke programma’s opgesteld worden die de brug vormen tussen enerzijds alle aspecten van agro-voeding en anderzijds de bekwaamheid nodig om te kunnen werken in een gedigitaliseerde fabriek.  voedingsbedrijven kennismaken met verschillende nieuwe technologieën zoals hardware, software, big data management, … Bovendien zullen zo ook de technologieaanbieders de specifieke noden van de agro-voedingsbedrijven leren kennen wat zal toelaten om meer vraag-gedreven besluitvorming te ontwikkelen.

Next steps – over de grenzen heen

De proeftuinaanpak heeft het potentieel om ook op internationaal niveau een significante impact te kunnen genereren. Bovendien kunnen onze bedrijven ook heel wat leren van ontwikkelingen en innovaties die bij en door onze buren gebeuren. Flanders’ FOOD heeft daarom, samen met 15 partners (clusterorganisaties en onderzoeksinstellingen) uit 8 landen, een thematisch partnerschap opgericht met als doel de introductie en integratie van slimme electronische systemen en technologische innovaties in de agrovoedingsindustrie te versnellen. In een eerste fase zal de focus liggen op state-of-the-art technologie met betrekking tot inline, atline en online sensoren voor kwaliteits- en veiligheidscontrole.

De validatiestrategie die gehanteerd wordt in dit smart specialisation platform “smart sensors systems 4 agrifood” is gebaseerd op het stappenplan dat werd ontwikkeld in de Flanders’ FOOD projecten Sensors For Food en i-FAST.

  1. Bewustmaking: Dit is een continu proces waarbij de verschillende spelers in agrovoeding en IT-sectoren geïdentificeerd en samen gebracht worden en we hen overtuigen de krachten te bundelen
  2. Opzetten van een platform dat een trust zone vormt tussen de verschillende sectoren, gemanaged door een cross-sectoraal team en met een centraal aanspreekpunt. Vanuit dit platform zal ook de link gelegd worden met de proeftuin activiteiten in de betrokken regio’s.
  3. Evaluatie en validatie: Via een collaboratief proces tussen alle stakeholders wordt inzicht verkregen in de nodige specificaties voor industriële applicaties. Via de acties die hier worden uitgerold zal de implementatie bij eindgebruikers gestimuleerd en versneld worden.
  4. Implementatie: In deze fase is een belangrijke rol weggelegd voor de systeemintegratoren aangezien zij de link vormen van prototype tot industrieel proces.

Meer weten

Smart sensor systems 4 agrifood: http://s3platform.jrc.ec.europa.eu/smart-electronic-systems