Biodivers en gevarieerd is eigenlijk hetzelfde

We eten te veel, maar vooral ook te veel van hetzelfde. Hoe langer hoe meer groeit het bewustzijn dat er een sterke link is tussen duurzame productiesystemen die gebruik maken van natuurlijke biodiversiteit, en een gezond eetpatroon.

BIODIVERSITEIT VAN GEWASSEN DAALT, EN DAT VERTAALT ZICH IN ONZE VOEDING

Volgens sommigen is er een massa-extinctie event aan de gang, een periode waarin de diversiteit van species op onze planeet drastisch daalt, om daarna plaats te maken voor nieuwe evolutionaire wegen in de fauna en flora van de planeet. Maar in tegenstelling tot de vorige massa-extinctie, die veroorzaakt werd door een planetaire verstoring van buitenaf – waarschijnlijk een meteorietinslag – en het einde van de dinosauriërs betekende, lijkt het erop dat de mens zelf hier aardig wat in geholpen heeft. Hoe meer intensief de veeteelt en landbouw in de loop der jaren werd, hoe sterker de focus kwam te liggen op bepaalde, zeer opbrengstgevende gewassen. Opbrengstgevend, in de zin dat ze energierijk voedsel leveren voor relatief weinig input. Best begrijpelijk in kader van een groeiende bevolking die anders honger zou lijden, maar met tot gevolg dat we op de lange duur met een overaanbod aan calorierijke gewassen zitten, ten koste van de micronutriënten die eveneens essentieel zijn voor de mens. Dat brengt ons tot een ongezonde bevolking die letterlijk bol staat van al dat eenzijdige, calorierijke voedsel en een kwetsbaar landbouwsysteem dat onvoldoende genetische variatie bezit om zonder tussenkomst van chemicaliën weerkracht te bieden tegen ziektes en extreme weers- en omgevingsomstandigheden. Deze mooie infographic (deels weergegeven in onderstaande figuur) zet een hoop feiten en inschattingen op een rijtje.

OP SPECIESNIVEAU, MAAR OOK DAARBINNEN

Selectie van de meest succesvolle gewassen – in termen van directe opbrengst dan – heeft ook binnen speciesniveau gezorgd voor een sterke vermindering aan genetische variabiliteit. En ook binnen een bepaald gewas kunnen verschillende rassen en cultivars een andere nutritionele samenstelling hebben, wat ook zo zijn weerslag heeft op de beschikbaarheid van micronutriënten en andere bioactieve componenten in het voedingspatroon. In onderstaande figuur wordt het verlies aan genetische variabiliteit binnen species grafisch verduidelijkt (bron: Biodiversity International).

ETEN WE ECHT ZO EENZIJDIG?

In alle kookboeken en -programma’s wordt zeer creatief omgegaan met heel veel verschillende ingrediënten. Het lijkt op het eerste zicht wel dat het merendeel van de mensen gevarieerd eet. Tot je de hoofdingrediënten van elke component en van elke maaltijd eens grondiger bekijkt. Een voorbeeld in onderstaande figuren:

Op wat kruiderijen, een blad sla en eventueel wat extra groentjes uit de spaghettisaus na, bestaan alle weergegeven gerechten uit grofweg 2 tot 4 dezelfde ingrediënten:

  1. tarwe (brood, pizzadeeg, spaghetti, noedels, couscous)
  2. varkensvlees (gehakt, ham, worst, salami, stukjes)
  3. kaas/melk (gewone goudse, parmesaan, mozarella) – enkel de onderste 3
  4. tomaat (rauw, in saus, concentraat) – enkel de onderste 3

Op zich hebben deze grondstoffen wel allemaal een zekere nutritionele waarde natuurlijk, maar door steeds te blijven steken bij dezelfde grondstoffen krijgt een mens maar een beperkt arsenaal aan (vooral micro)nutriënten binnen. En ook al kunnen bereidingswijzen de nutriëntensamenstelling wel ietwat wijzigen, kunnen micronutriënten meestal niet uit het niets ontstaan (tenzij bij microbiële omzettingen als fermentatie). Neem daarbij dat er ook wel één en ander verloren gaat in raffinage en verwerking, en dat de kunst van fermenteren bij een aantal producten (bijvoorbeeld augurken) is verloren gegaan of beperkt wegens de traagheid van het proces, en je kan zien dat ons voedingspatroon niet zo gevarieerd is als blijkt uit de kleurrijke prentjes in kookboeken.

ER IS OOK GOED NIEUWS

Er lijkt wel enigszins een kentering te komen in het systeem. Oude en nieuwe (pseudo)granen en graanvariëteiten zijn gegeerd, anders zouden quinoa en speltbrood niet zo populair zijn, bloemkolen, tomaten en wortels zijn plots in meerdere kleuren verkrijgbaar (en die kleurstoffen hebben ook bioactieve eigenschappen) en fermentatie is terug aan een opmars bezig. Jammer genoeg blijven deze nutritioneel interessante (en vooral nutritioneel complementaire) producten vaak steken in het luxesegment voor de gezondheidsbewuste en eerder gegoede consument. Een breder arsenaal aan grondstoffen gebruiken kan dan ook best duur zijn, omdat de vraag veel kleiner is en dus ook de schaal waarop deze gewassen verbouwd worden. Maar de interesse van de gezondheidsbewuste consument kan wel een opstapje betekenen naar een meer gediversifieerd landbouw- en voedselproductiesysteem. Een systeem dat niet langer blijft steken bij een vast basisgamma van een tiental gewassen en de rest ‘extraatjes’ zijn, maar waarbij de basis eerder uit honderden of duizenden verschillende variëteiten en species bestaat.

BRONNEN