Blutsschaderisico via een elektronische vrucht

Tijdens behandelings- en verhandelingsprocessen ondervinden groenten en fruit redelijk wat schokken wat zich meestal vertaalt in geblutste vruchten. De schokken kunnen geregistreerd worden met een elektronische vrucht.

Uit onderzoek aan de K.U.Leuven en op het Vlaams Centrum voor Bewaring van Tuinbouwproducten (VCBT) is gebleken dat het sorteren van vruchten een kritisch punt is in het traject van teler naar consument. Om de telers en de tuinbouwveilingen een handje te helpen met een blutsvrij sorteerproces meet het VCBT met een elektronische vrucht de impacten (schokken) tijdens het sorteren. Op die manier worden de kritische punten op de lijn bepaald en kan advies gegeven worden omtrent mogelijke aanpassingen aan de sorteerlijn.

De elektronische vrucht: even voorstellen...

De elektronische vrucht (IRD, Techmark, Inc., Lansing, Michigan, USA) (Figuur 1) is ontwikkeld om op een nauwkeurige manier impactdata te registreren die vruchten of groenten ondervinden tijdens het verhandelen. De vrucht bevat een versnellingsmeter die de impacten (schokken) opmeet, een microprocessor, die de data registreert en de berekeningen uitvoert en een oplaadbare batterij, waardoor de vrucht de data kan registreren zonder koppeling aan de computer.


Figuur 1: De elektronische vrucht (IRD, Techmark, Inc., Lansing, Michigan, USA).

Meten van blutsschaderisico

De elektronische vrucht is in staat om de maximale versnellingen van de impacten (schokken) te analyseren die een vrucht ondervindt tijdens de sortering. Zowel de grootte en de duur van de versnelling worden opgemeten want blutsschade hangt af van beide parameters. In Figuur 2a worden 2 impacten voorgesteld, A en B. Beide hebben dezelfde maximale versnelling maar een verschillende duur omdat de vruchten tegen een verschillend oppervlak botsen. Bij impact A botst een vrucht tegen een harder oppervlak (kortere impactduur) dan bij B (langere impactduur). Impact A zal meer aanleiding geven tot blutsschade.


Figuur 2a: Impactcurve van A en B waarbij de versnelling is uitgezet t.o.v de duur van de impact.

Dus 2 parameters bepalen blutsschade: enerzijds de maximale versnelling van de impact en anderzijds de snelheidsverandering van de impact. Dit laatste is de oppervlakte onder de impactcurve die is voorgesteld in Figuur 2a. Deze 2 parameters worden gebruikt om blutsschade te kunnen analyseren in een eenvoudige grafiek (Figuur 2b). Punten die boven de blutsgrens (opgesteld op basis van literatuurgegevens en experimenteel bepaald) liggen geven aanleiding tot blutsschade, deze onder de blutsgrens niet. In de grafiek zie je dat impact A blutsschade veroorzaakt en B niet. Dus met andere woorden, hoe groter de maximale versnelling van de impact en hoe korter de duur van de impact, hoe meer kans op beschadigde vruchten.


Figuur 2b: Blutsschadegrafiek waarbij de grootte van de versnelling wordt uitgezet t.o.v. de snelheidsverandering.

Voorbeeld: Blutstesten op appelsorteerlijnen

Om appelen te sorteren zijn verschillende soorten sorteermachines beschikbaar. Volgende onderdelen zijn op elke sorteerlijn aanwezig: kist/pallox ledigen, hoogteverschillen op de transportband, val op verenkelaar, val in sorteercupjes, val uit cupjes op sorteerband (Figuur 3).

123
45 
 

Figuur 3: De verschillende onderdelen van een sorteerlijn: kist/pallox ledigen (1), hoogteverschillen op de transportband (2), val op verenkelaar (3), val via verenkelaar in sorteercupjes (4), val uit cupjes op sorteerband (5).

Om het blutsschaderisico tijdens de sortering te meten volgt de elektronische vrucht eenvoudigweg verschillende keren het volledige sorteertraject. De elektronische vrucht registreert alle versnellingen (grootte en duur) die zij ondervindt tijdens het sorteren. Na analyse van deze gegevens (a.d.h.v. grafiek zoals in Figuur 2b) kunnen we de kritische plaatsen op de sorteerlijn bepalen.

Is mijn sorteerlijn goed afgesteld?

Uit tal van metingen is gebleken dat eenvoudige aanpassingen het blutsschaderisico goed kunnen beperken:

1) Het is belangrijk dat de valbrekende borstelrollen laag genoeg worden ingesteld zodat de val van de appel voldoende kan gebroken worden.

2) De blutsschadegevoeligheid is het grootst wanneer een appel op harde oppervlakken valt (bv. gewone transportband). Daarom is het aangewezen om, daar waar mogelijk, zachtere dempende materialen zoals rubber, schuimmateriaal, etc. te gebruiken.

3) Ter hoogte van de val van de appels in de sorteercupjes is het noodzakelijk om de verenkelaar en de borstelrol goed op elkaar af te stemmen.

4) Het aanbrengen van plastic flappen bij een gewone droge kistenlediger vangt een groot deel van de schokken op wanneer de appelen naar beneden vallen. Algemeen gezien valt het blutsschaderisico tijdens het ledigen wel mee want een appel-appel botsing geeft minder schade dan een appel-transportband botsing. Bij een waterdumper is het blutsschaderisico nihil maar niet elke teler kan deze investering aan.

Indien telers vruchtschade hebben dan kan de Technologische adviesdienst van het VCBT steeds metingen met de elektronische vrucht uitvoeren om te onderzoeken of de sortering de boosdoener is en advies geven omtrent mogelijke aanpassingen die kunnen gedaan worden om het blutsschaderisico te verkleinen.

 

De verspreiding van deze resultaten werd mede mogelijk gemaakt door IWT-Vlaanderen (VIS-project 50549)