Een toekomst voor Stevia

Stevia, bekend om zijn potentieel als natuurlijke zoetstof, blijkt nog meer in zijn mars te hebben. Komt er echter een doorbraak voor het gebruik in de EU?

Gedroogde blaadjes van de Stevia rebaudiana plant worden gezien als een potentiële natuurlijke intensieve zoetstof. Aan de basis van de zoete smaak van Stevia liggen steviol glycosiden (stevioside en rebaudioside A) welke 300 keer zoeter zijn dan suiker en (virtueel) geen calorieën aanbrengen (zie ook STW artikel 2007/01/25 – De zoetstof Stevioside).

Naast de potentiële toepassing als zoetstof, krijgt Stevia in de onderzoekswereld ook aandacht omwille van zijn gezondheidsbevorderende effecten. Zo werd eerder al het bloeddrukverlagend effect van steviol glycosiden gerapporteerd (zie STW artikel 2007/01/25 – De farmaceutische werking van stevioside). Uit recent onderzoek blijkt Stevia nu ook een potentiële bron te zijn van natuurlijke antioxidantia. Onderzoekers van het Indian Institute of Chemical Biology toonden aan dat een eenvoudig extract van Stevia blaadjes bescherming bood tegen DNA-schade en vetoxidatie (Ghanta et al., 2007).

Stevia

Stevia rebaudiana is een plant die in het wild voorkomt in het hoogland op het grensgebied tussen Brazilië en Paraguay. De plant wordt daar door de oorspronkelijke bewoners al eeuwenlang gebruikt in medicinale drankjes en als zoetmiddel voor ondermeer thee. De plant wordt veelal als eenjarig gewas gekweekt. De plant kan tot één meter hoog worden en heeft smalle bladeren die tot drie centimeter lang zijn. Kweken uit zaad gaat moeilijk omdat de plant zelfsteriliserend is en de weinige zaden daarenboven slecht ontkiemen. De plant wordt in mei en juni aangeboden in tuincentra onder de naam ‘honingkruid’ of de gepatenteerde naam ‘Stepa’.

 

Er zijn slechts een 12-tal landen waar het gebruik van Stevia en steviol glycosiden officieel is toegelaten, waaronder Mexico, Japan en Zuid-Korea.

Tot op heden mag stevioside nog niet worden toegepast in de EU. Voor het gebruik van stevioside toegelaten kan worden, moet de ‘novel food’ procedure met succes worden doorlopen. Een vorige novel food aanvraag kreeg geen goedkeuring: er werd extra onderzoek gevraagd. In juli en september 2007 heeft de Europese Stevia Associatie bij EFSA (European Food Safety Authority) een nieuwe aanvraag ingediend om gedroogde Stevia blaadjes en steviol glycosiden als novel food en voedingsadditief te erkennen.

Ook in de US zijn steviosiden niet erkend als zoetstof. Het kan er wel gebruikt worden in voedingssupplementen, zonder echter te verwijzen naar de zoetende eigenschappen.

In 2004 kende JECFA (Joint FAO/WHO Expert Committee on Food Additives) steviol glycosiden wel een tijdelijke ADI van 0-2 mg/kg lichaamsgewicht toe, die in een nieuwe, nog lopende evaluatie al verlengd werd.

Kenmerken van stevioside

  • Wit, kristallijn product met een smeltpunt van 196-198°C en een moleculair gewicht van 808,88.
  • De zoetkracht van stevioside bedraagt zo’n 300 keer de zoetkracht van een 0,4(w/v)% sucrose-oplossing. De zoetkracht is afhankelijk van de gebruikte concentratie. Naast de zoete smaak, wordt ook een bittere smaak en een minder aangename nasmaak waargenomen. Onderzoek geeft aan dat een aangepaste processing deze bijsmaken misschien zal kunnen verminderen.
  • Beperkt oplosbaar in water, goed oplosbaar in ethanol.
  • Bij verwarming in basische omstandigheden (pH groter dan 10) breekt stevioside af. In zuur milieu vertoont het een grotere stabiliteit.

Inmiddels ontwikkelde Coca Cola samen met cargill de zoetsof ‘Rebiana’ op basis van stevia , het betreft sterk opgezuiverd rebaudioside A. Coca Cola begint met het gebruik van deze zoetstof in landen waar Stevia niet verboden is, zoals in Zuid-Azië en Zuid-Amerika.

Interessante links

Bronnen