Salmonella ook ìn slaplant vastgesteld

Sla die geteeld wordt op met Salmonella-bacteriën besmette grond kan zelf ook besmet raken. Verontrustend hierbij is dat Salmonella niet alleen op de plant maar ook in de slaplant teruggevonden kan worden. Tot die conclusie kwam Michel Klerks, onderzoeker bij Plant Research International (Wageningen UR, Nederland).

Besmetting van sla

Salmonella-bacteriën komen van nature voor in het maagdarmkanaal van dieren zoals varkens, pluimvee, vogels, knaagdieren, reptielen en insecten. Via feces van deze dieren verspreiden deze bacteriën zich in het milieu. In het veld kan sla besmet worden door het gebruik van met Salmonella besmette mest. Salmonella kan zich actief verplaatsen naar de wortels van de slaplant en zich vervolgens vermenigvuldigen en verspreiden. Opvallend is dat de Salmonella niet alleen òp de plant maar ook ìn de plant werd gevonden. Verspreiding van de bacterie leidt niet tot zichtbare verschillen tussen gezonde en besmette planten maar activeert wel het natuurlijke verdedigingsmechanisme van sla.

Maatregelen om Salmonella besmetting te voorkomen

Omdat wassen van de groente, die inwendig is besmet, de Salmonella-bacterie niet verwijdert, zijn hygiënemaatregelen na de oogst minder doeltreffend. In eerder onderzoek werd wel aangetoond dat de kans op salmonellabesmetting kan worden verkleind door het verminderen van de hoeveelheid ziektekiemen in de mest van melkvee. Dit is bijvoorbeeld mogelijk door de koeien meer stro of hooi te voeren. Ook het ontwikkelen van nieuwe slarassen met resistentie tegen de ziekteverwekkers kan het risico op besmetting verder verminderen. Door mest of bemeste grond te toetsen op de mate van besmetting metSalmonella voordat de kiemplantjes worden geplant, kan een goede inschatting gemaakt worden op het risico van besmetting van het gewas.


Ziekteverwekker: Salmonella

Salmonella-bacteriën behoren tot de familie van de Enterobacteriaceae, ze kunnen zowel met als zonder zuurstof groeien, zijn Gram negatief en in het bezit van flagellen (zweepdraden). Meestal worden Salmonella-bacteriën nader aangeduid op basis van de immunologische samenstelling van de celwand en de daarop aanwezige flagellen. In totaal zijn inmiddels meer dan 2000 immunologische typen, ook wel serotypen genoemd, bekend. De belangrijkste in België voorkomende typen zijn: S. typhimurium en S. enteritidis. Er zijn enkele Salmonella-typen die alleen bij de mens voorkomen (S. typhi en S. paratyphi), maar het grootste deel kan bij mensen én bij dieren voorkomen.


Ziekteverschijnselen

Bij de mens kan Salmonella aanleiding geven tot maag-darminfecties na het consumeren van besmette levensmiddelen (voornamelijk besmet vlees en besmette eieren). Dergelijke infecties worden beschreven met de term salmonellose. Ongeveer 1 à 2 dagen (kan zelfs binnen 6 uur) na infectie ontstaat een acute darmontsteking, die gepaard gaat met koorts, heftige diarree en buikkrampen. Salmonellose komt vooral voor bij risicogroepen: oudere mensen, jonge kinderen en mensen met een verminderde afweer. Personen die salmonellose oplopen, kunnen 6 tot 8 weken drager/uitscheider zijn van Salmonella -bacteriën.


Bronnen

  • Wageningen UR
  • Michel Klerks, Quantitive detection of Salmonella enterica and the specific interaction with Lactuca sativa.Servé Notermans: Dossier Voedselveiligheid (2de editie)