Hittebehandeling en zout: de controversen

Aan de Universiteit van Wageningen werd aangetoond dat opeenvolgende milde conserveringsstappen niet noodzakelijk de gewenste effecten opleveren! Het onderzoek naar milde afdoding van de voedingspathogeen Bacillus cereus vormt tevens een belangrijke onderzoekstopic in het Flanders’ FOOD project ‘ Verlengen van microbiologische houdbaarheid ‘ (meer informatie stefan.coghe@flandersfood.com; 02/788 43 63).

In Wageningen werd door Heidy den Besten reeds onderzoek verricht naar B. cereus. De resultaten toonde aan dat de voedingspathogeen B. cereus beter bestand wordt tegen hitte na een zoutbehandeling. Het blijkt uit haar onderzoek dat zout B. cereus wapent tegen daaropvolgende verhitting tot vijftig graden. Een zoutbehandeling zorgt er immers voor dat de snelgroeiende bacteriën sterker worden. Hierdoor worden ze in de daaropvolgende hittebehandeling – die vooral effectief is op snelgroeiende bacteriën – moeilijker afgedood. 

Bacillus cereus is een bacterie die hittebestendige sporen vormt. De sporen komen wijd verspreid in de natuur voor. Dit verklaart waarom veel plantaardige voedingsmiddelen (zoals graan, rijst en specerijen) sporen van B. cereus bevatten. B. cereus kan twee soorten toxines vormen: het ene veroorzaakt braken, het andere diarree.


Een opeenvolging van milde conserveringstechnieken wordt meer en meer toegepast om de smaak en de voedingswaarde van verse producten zoveel mogelijk te behouden. 
Dit onderzoek toonde echter aan dat dergelijke conserveringstechnieken niet risicoloos zijn en dat bepaalde bacteriën zelfs resistenter kunnen worden na een bepaalde behandeling. 

Bronnen: 
Den Besten et al. 2006. Applied and environmental microbiology, 72: 5884-5894 
www.wageningenuniversiteit.nl