Volys is er als de kippen bij

Kippen

Steeds nieuwe concepten en producten ontwikkelen om te beantwoorden aan de steeds veranderende vraag van consumenten en retailers: het is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Scherp blijven en samenwerken zijn daarvoor essentieel voor Volys. En laat dat nu net ook de kern van Flanders’ FOOD zijn…

Het verhaal van Volys begon 75 jaar geleden, in januari 1946, met een bestelling van enkele braadkippen. Sinds die dag legt het bedrijf zich toe op de productie van kip- en kalkoenproducten voor op de boterham, bij de maaltijd of als borrelhapje. Het gamma breidt voortdurend uit, en ondergaat continu verandering. Innovatie zit als het ware in het DNA van het bedrijf. “En dan moet je mee blijven met de markt, het onderzoek en de nieuwigheden.”, aldus Koen De Wilde (R&D) bij Volys.

1/0

“Trends en nieuwigheden komen van alle kanten op je af: op beurzen, via nieuwsbrieven, vanop het internet, uit tijdschriften, … Maar het kost natuurlijk veel tijd om al die verschillende kanalen op te volgen en af te schuimen. Gelukkig doet Flanders’ FOOD dat werk voor ons, en krijgen we op de studiedagen al een samenvatting en de hoogtepunten voorgeschoteld.”

Koen De Wilde

Volys

Of met andere woorden: “Flanders’ FOOD houdt je scherp”. De studiedagen geven heel wat inspiratie en informatie om verder mee aan de slag te gaan. En ook de opleidingen worden gesmaakt. Er valt heel wat informatie te rapen, van voedselveiligheid over verpakkingen en nieuwe ingrediënten tot nieuwe manieren van processen.

Samenwerken en netwerken

Bij Volys hebben ze ook goed begrepen dat samenwerking je sneller vooruithelpt. “We zetten heel wat co-creatietrajecten op met onze klanten, om continu ons gamma te kunnen optimaliseren. Op gebied van smaak, verpakking, prijs, …” De nieuwe concepten die daaruit voortvloeien, kunnen dan weer als basis dienen voor een nieuw gamma. Kalkoenspek bijvoorbeeld, dat Volys enkele jaren geleden als eerste introduceerde, was direct een schot in de roos en heeft intussen heel wat afgeleiden gekregen. En de vraag blijft, want doordat gevogelteproducten van nature vetarm zijn, passen zij prima in een evenwichtig voedingspatroon.

Maar ook in het onderzoek is samenwerking belangrijk. Soms moet je bepaalde onderwerpen wat beter uitspitten. “Zelf onderzoek initiëren kost erg veel tijd, en dus ook geld. Door samen te werken met universiteiten en andere kennispartners in Flanders’ FOOD projecten, gebeurt het onderzoek voor jou.”, licht Koen toe. Problematieken of uitdagingen op gebied van voedselveiligheid of herformulering, vinden op die manier een mogelijke oplossing. “Uit de projecten rond zoutverlaging en -vervanging zijn intussen een aantal concrete zaken gekomen, die nu worden toegepast.”

Het Botulinsafe project, dat ondersteuning biedt aan het garanderen van de voedselveiligheid bij herformuleringen, is momenteel nog lopende. “Het is afwachten wat daar concreet als resultaten zal uit komen, maar dat is eigen aan onderzoek natuurlijk.”

Tenslotte is ook de netwerkfunctie van die samenwerkingen én studiedagen niet te onderschatten. “Je leert er mensen kennen of krijgt getuigenissen van anderen met gelijkaardige uitdagingen.”, verklaart hij. De ervaringen van de collega-bedrijven, gecombineerd met de expertise van de onderzoekers en Flanders’ FOOD medewerkers geven de inspiratie voor nieuwe oplossingen.

Een lerend netwerk; boeiend en aangenaam.