Specifieke doelgroepen, specifieke voedingsvereisten

gezondheid zorg

Consumenten gaan meer dan ooit op zoek naar voeding die past bij hun levensstijl. Maar ook omwille van gezondheidsredenen is er soms nood aan voeding op maat.

Mensen die veel sporten, een vegetarische of veganistisch voedingspatroon verkiezen of een bepaalde allergie of intolerantie hebben, vinden steeds vaker hun gading in het huidige voedingsassortiment. Voor andere doelgroepen, zoals bijvoorbeeld ouderen en mensen die lijden aan een bepaald ziektebeeld, is een aangepast voedingspatroon echter minstens even belangrijk. Hoewel van veel aandoeningen nog niet of onvoldoende geweten is welk effect voeding kan hebben op de preventie of bij de behandeling, zijn er in bepaalde situaties toch reeds indicaties dat voeding een grote rol kan spelen. Hieronder worden enkele voorbeelden hiervan besproken.

Ondervoeding

Onze bevolking wordt alsmaar ouder. Ondanks de coronacrisis wordt verwacht dat de vergrijzing op termijn zal blijven toenemen. Het maximaliseren van de gezonde levensjaren en het (zo lang mogelijk) uitstellen van ouderdomsgerelateerde problemen is dan ook uiterst prioritair. Echter is meer dan 1 op 10 van de Belgische ouderen ondervoed, wat neerkomt op ongeveer 230 000 Belgen. Dit uit zich o.a. uit in verlaagde immuniteit, verlies aan spierkracht, verzwakte ademhaling en een algemene daling van de levenskwaliteit. Oorzaken zijn onder andere te vinden in de afname van de geur- en smaakgewaarwording, een verminderde zelfredzaamheid maar ook in de nevenwerkingen van bepaalde aandoeningen of in sociaal isolement. Nutriëntdense voeding, die dus niet per definitie enkel energierijk is maar ook essentiële voedingsstoffen aanlevert, is noodzakelijk om ondervoeding tegen te gaan. Daarnaast mag ook de eetcontext en het visuele aspect niet onderschat worden: voeding die er herkenbaar en aantrekkelijk uitziet en die zelfstandig kan gegeten worden in een aangename omgeving en gezelschap kan de eetlust in de hand werken.

Oudere in woonzorgcentrum

Sarcopenie

De levenskwaliteit en zelfredzaamheid van ouderen wordt in grote mate bepaald door de spierfunctie. Om de afbraak van spieren tegen te gaan, hebben ouderen nood aan voldoende lichaamsbeweging en voldoende eiwitinname, nl. 1-1,2 g/kg lichaamsgewicht/dag. Door een sedentaire levensstijl of de hierboven beschreven ondervoeding wordt hier echter niet altijd aan voldaan. Sarcopenie, het verlies aan spierfunctie en -massa ten gevolge van veroudering, komt dan ook voor bij 29 % van de thuiswonende ouderen en bij 33% van de bewoners van woonzorgcentra, dus om en bij de 750 000 Belgen. Sarcopenie heeft een enorme invloed op het dagelijkse leven, van het niet meer in staat zijn tot het uitvoeren van bepaalde handelingen tot een hogere kans op hospitalisaties. Voorkomen is natuurlijk altijd beter dan genezen. Beweging en voeding kunnen ook ondersteuning bieden tijdens de behandeling. Voeding rijk aan of aangerijkt met eiwitten speelt hierbij een belangrijke rol. Niet enkel de eiwitkwantiteit maar ook de -kwaliteit zijn hierbij van belang. Zo heeft men aangetoond dat het aminozuur leucine een positief effect heeft op de spiermassa. En hoewel het rechtstreekse verband met sarcopenie vaak nog moet aangetoond worden, zijn er reeds positieve verbanden gerapporteerd tussen de inname van omega-3, vitamine D, C, B12 en B6 en de spiermassa en/of spierkracht.

Onlangs heeft men bovendien ook een acute vorm van sarcopenie vastgesteld bij ouderen of anderen die een zware COVID-19 infectie achter de rug hebben. Voeding zal een belangrijke factor zijn bij de revalidatie van deze personen.

De ziekte van Parkinson

In België en Vlaanderen lijden respectievelijk 35 000 en 20 000 mensen aan de ziekte van Parkinson. Voor deze aandoening is er tot op heden geen genezende behandeling. De medicatie die voorhanden is, kan de motorische symptomen (zoals het beven) wel onderdrukken. Echter treden bij deze aandoening ook andere klachten frequent op zoals smaak- en geurverlies, slikproblemen en gastro-intestinale klachten die vaker onder de radar blijven. Zo werd er vastgesteld dat de darmen van Parkinsonpatiënten minder boterzuurproducerende bacteriën bevatten en zou boterzuur mogelijks de motorische symptomen en ontstekingen onderdrukken. Een recent doctoraatsonderzoek bij ILVO en KU Leuven wees aan dat een verhoogde inname van voedingsvezels de boterzuurproductie bij patiënten kan verhogen. Verdere studies zullen moeten uitwijzen wat het effect is op de symptomen van de ziekte. Daarnaast heeft 80% van de Parkinsonpatiënten slikproblemen. Voeding met een aangepaste textuur kan hier een oplossing voor zijn maar aangezien veel patiënten ook aan geurverlies leiden, dient extra aandacht besteed te worden aan de smaak en aroma. De doctoraatstudie bracht aardappelzetmeel en quinoameel naar voor als alternatieve indikkingsmiddelen die een positief effect hebben op de smaak. Ook bij de ziekte van Parkinson is de juiste voeding dus belangrijk om ervoor te zorgen dat patiënten voldoende en aangenaam kunnen eten.

Parkinson voeding

Bariatrie

Om de BMI van mensen met overgewicht of obesitas te verlagen en de kans op gerelateerde aandoeningen te reduceren, kan bariatrische of obesitaschirurgie toegepast worden. Tussen 2009 en 2016 is het aantal bariatrische ingrepen in België met 80 % gestegen tot 13 000 ingrepen per jaar. Ervan uitgaande dat het aantal ingrepen zeker niet gedaald zal zijn, zitten we vijf jaar verder minstens aan 135 000 post-bariatrische “patiënten”. De twee meest gebruikte ingrepen zijn hierbij de maagverkleining of gastric sleeve en de maagomleiding of de gastric bypass. In beide gevallen wordt de maaginhoud drastisch verkleind zodat de patiënt sneller verzadigd is en daardoor minder zal eten. Zo wordt bij een maagverkleining ongeveer 80% van de maag weggenomen en wordt bij een bypass een klein gedeelte van de maag, het maagreservoir, afgesloten van de rest van het orgaan. Het verschil is dat bij een bypass de overblijvende maag rechtstreeks verbonden wordt met de dunne darm zodat de twaalfvingerige darm en een deel van de dunne darm worden ‘gebypassed’ of omgeleid. Bij deze ingreep wordt er dus niet alleen ingespeeld op het feit dat patiënten minder kunnen eten maar wordt er ook gezorgd dat er minder voeding wordt opgenomen.

Naast de ingrijpende anatomische veranderingen wordt aangenomen dat beide ingrepen ook een effect hebben op de fysiologische werking van het maagdarmstelsel, nl. o.a. op de zuurtegraad in de maag, de maaglediging en de productie van verteringsenzymen. Hoewel al deze zaken zorgen voor het succesvol zijn van de bariatrische chirurgie, zorgt dit echter ook voor een aantal ongewenste nutritionele neveneffecten. Zo eten patiënten al minder proteïnen door de aversie voor eiwitrijke voedingsmiddelen en de kleinere maaginhoud, maar is een voldoende hoge eiwitopname wel essentieel om ook niet teveel spiermassa kwijt te raken. Daarbij komt nog het feit dat er mogelijks ook wijzigingen zijn in de manier waarop macronutriënten, zoals eiwitten, worden verteerd. Het feit dat er minder voeding kan worden ingenomen en dat delen van de darm waar nutriënten worden geabsorbeerd, worden omgeleid, zorgen bovendien voor een verhoogde kans op tekorten aan o.a. ijzer, vit.B12 en de vetoplosbare vitamines A, D en K. Bariatrische ingrepen kunnen daarenboven ook een effect hebben op de beschikbaarheid en absorptie van bepaalde medicatie. Voeding(ssupplementen) aangepast aan deze behoeften en de gewijzigde maagdarmwerking zou dan ook kunnen leiden tot een enorme verbetering van de gezondheidstoestand van deze patiënten.

Aan de slag!

De laatste jaren zien we een grotere aandacht voor de potentiële rol die voeding kan spelen in de preventie of behandeling van bepaalde aandoeningen. Een mooi voorbeeld hiervan is het doctoraatsonderzoek van Florence Baert bij ILVO en KU Leuven omtrent de rol van voeding bij de ziekte van Parkinson en Parki’s Kookatelier, een patiëntenorganisatie die voedingsinformatie en kooktips uitbrengt voor mensen met kauw- en slikproblemen of die lijden aan de ziekte van Parkinson. Ook loopt momenteel het Interreg Vlaanderen-Nederland project PROOF, met als partners o.a. VIVES Hogeschool, POM West Vlaanderen en TUA West, waarin samen met bedrijven gepersonaliseerde voeding wordt ontwikkeld voor o.a. sarcopeniepatiënten. Daarnaast zijn er ook al spelers op de markt die actief inzetten op voeding voor specifieke doelgroepen d.m.v. eiwitaanrijking, aanpassingen van de textuur of optimaliseren van de zelfredzaamheid.

NuHCaS

Bij veel aandoeningen is het echter nog niet of onvoldoende geweten welke effecten voeding kan hebben op de preventie of bij de behandeling van bepaalde aandoeningen. Het NuHCaS-team beoogt dan ook om binnen onze Roadmap Zorg projecten en samenwerkingen op te zetten om de rol en de impact van voeding in een zorgcontext te vergroten. De eerste versie van deze Roadmap Zorg kan je hieronder bekijken. 

Accepteer marketing-cookies om deze content weer te geven.

Cookie-instellingen

Interesse in dergelijk onderzoek of meer informatie?

Ellen Fierens
research manager
Margaux Leemans
knowhow & inspiration manager
Greet Cleemput
Greet Cleemput
program manager