En toen zaten we met de (gebakken) peren

Appels en peren

De Russische boycot maakt dat heel wat van onze boeren momenteel worstelen met een overschot aan landbouwproducten. Met creatieve kleinschalige oplossingen alleen kunnen we het teveel aan producten echter niet kwijt. Hoog tijd dus om duurzame valorisatie van reststromen onder de loep te nemen.

Boycot Rusland

Sinds begin augustus is vanuit Rusland een boycot van kracht tegen alle fruit, groenten, vlees, vis, melk en zuivelproducten uit het Westen. De maatregel, in zekere zin verwacht, is gericht aan onder meer de Europese Unie en de Verenigde Staten. Deze geldt als reactie tegen de westerse sancties die werden genomen tegen Rusland in het conflict met Oekraïne.

De boycot laat zich in ons land behoorlijk voelen. Jaarlijks wordt dan ook normaal vanuit België een hoeveelheid landbouwproducten ter waarde van liefst 230 miljoen euro uitgevoerd naar Rusland.

Perenoverschot zet belg aan tot creativiteit

Vooral de Belgische peer blijkt de dupe in dit verhaal. Zonder boycot vertrekt normaalgezien 60% van onze perenoogst met als eindbestemming Rusland, maar nu dient dus naar alternatieven te worden gezocht voor het overschot aan peren en andere levensmiddelen.

De Belg blijft alleszins niet bij de pakken zitten en zoekt naar creatieve oplossingen om het voedseloverschot aan te pakken. Om de consument aan te sporen meer peren te eten, namen de Perenaren begin augustus massaal peer-selfies. In Grazen wordt dan weer gretig perenbrood gebakken. Verder gooit men zoveel mogelijk producten als perenstroop, perenlikeur, en misschien binnenkort wel perensnoepjes in de strijd om het overschot te verkleinen. Echter, dergelijke charmante kleinschalige ondernemingen zijn niet voldoende om het volledige overschot weg te werken.

Ook de overheid ziet haar peren

Zowel in Nederland als in België zit de overheid intussen met de handen in het haar en wordt duchtig naar structurele oplossingen gezocht om verkwisting tegen te gaan.

Het overschot aan groenten en fruit zou deels zijn weg kunnen vinden naar de Voedselbanken, hoewel dit geen oplossing betreft voor de hele industrie. Ook de zogenaamde opkoopregeling, waarbij Brussel in actie komt als opkoper van de producten, wordt als mogelijkheid naar voren geschoven. Het vernietigen van overtollige producten zou dan weer het aanbod doen dalen en bijgevolg de prijs opnieuw gunstiger maken voor de telers.

Maar dergelijke maatregelen vangen behoorlijk wat kritiek, voornamelijk omdat ze symbolisch zijn en geen structurele oplossingen bieden.

“C2C” principe

Hoewel de problematiek als gevolg van de boycot vanuit Rusland het meest actueel is, moeten we verder dan de perenberg durven kijken. In de gehele agrovoedingsketen komen namelijk nevenstromen voor. Vanuit verschillende hoeken klinkt de roep naar duurzame oplossingen voor onder meer deze vorm van voedselverlies.

Het duurzame karakter in de zoektocht naar alternatieven past binnen het Cradle to Cradle (C2C) principe van William McDonough en Michael Braungart. Met hun grondbeginsel streven ze naar een maatschappij waarin de bevolking in haar eigen noden kan voorzien, zonder de mogelijkheden daartoe voor de komende generaties te beperken.

Toegepast in de agrovoedingsketen kan men de verliezen zoveel mogelijk trachten in te perken door in de eerste plaats het productieproces waar mogelijk te optimaliseren. Is er toch sprake van nevenstromen, dan moeten deze zoveel mogelijk gevaloriseerd worden tot producten die geschikt zijn voor humane dan wel dierlijke consumptie. Bieden bovenvermelde oplossingen nog steeds geen antwoord, dan kan in laatste instantie gekeken worden om de stromen te gebruiken bij het opwekken van energie.

Bronnen

  • http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/buitenland/1.2054090
  • http://www.cradletocradle.nl/home/321_wat-is-cradle-to-cradle.htm
  • http://www.kroonbakker.be/nieuws/detail/kroonbakker-erika-vanvuchelen-weet-een-oplossing-voor-het-peren-overschot
  • http://youthfoodmovement.nl/
  • http://www.oneworld.nl/food/voedseloverschot-doordraaien-vergisten-weggeven