Voedselverlies als opportuniteit voor innovatie

Reststromen

Voedselverliezen tegengaan optimaliseert bestaande processen en stimuleert innovatie. Een greep uit de mogelijkheden voor de voedingsindustrie.

Voedselverlies geschat

Volgens de Wereldbank gaat 25 tot 33 procent van het voedsel dat wereldwijd voor consumptie geproduceerd wordt, verloren. In opdracht van de Europese Commissie onderzocht LEI Wageningen UR het effect van minder voedselverspilling op de Europese economie. Slagen huishoudens en detailhandel erin om tegen 2020 40 procent zuiniger om te gaan met voedsel, dan leidt dat tot een jaarlijkse besparing van 123 euro per persoon. Een oppervlakte bijna zo groot als België (28.940 km²) is dan niet meer nodig voor voedselproductie als er minder verspild zou worden in de EU.

Voedselverlies hoog op de agenda

In 2014 mogen we een Europese mededeling verwachten rond duurzaam voedsel, waarin de preventie van voedselverlies opgenomen is als belangrijke actie om te komen tot een duurzamer voedselsysteem. Vlaanderen wacht echter niet op Europa. Op 31 maart 2014 heeft de Vlaamse minister-president de engagementsverklaring, 'Vlaanderen in Actie: Samen tegen voedselverlies', aan het publiek voorgesteld. De verklaring is een gezamenlijk initiatief van de Vlaamse Regering en Boerenbond, Fevia Vlaanderen, Comeos Vlaanderen, Unie Belgische Catering, Horeca Vlaanderen en het Onderzoeks- en Informatiecentrum van de Verbruikersorganisaties (OIVO). De ondertekenaars roepen bedrijven en organisaties uit de keten en stakeholders op om de engagementsverklaring te onderschrijven en acties te ondernemen om voedselverliezen zoveel mogelijk te reduceren. Voor alle info kan u terecht op de website van de Interdepartementale Werkgroep Voedselverlies, die de werkzaamheden rond voedselverlies van de verschillende beleidsdomeinen coördineert en afstemt. 

Oorzaken van voedselverliezen in bedrijven

FEVIA Vlaanderen heeft, in samenwerking met UGent, de problematiek van de voedselverliezen in de bedrijven van de voedingsindustrie bestudeerd via audits en vragenlijsten. Dit gebeurde dankzij de steun van het Agentschap Ondernemen in het kader van het Nieuwe Industriële Beleid. De resultaten werden verzameld in een brochure (‘Voedselverlies, een probleem van iedereen’) die aangeeft wat de meest voorkomende oorzaken zijn van verliezen in bedrijven van de voedingsindustrie.

Volgens FEVIA Vlaanderen is oorzaak nummer één in bedrijven menselijke fouten. Andere oorzaken zijn: een slecht afgesteld of ontworpen transportsysteem, productwijzigingen op dezelfde productlijn of het afkeuren van producten op basis van vorm, kleur en uitzicht. Uit de cijfers van FEVIA Vlaanderen blijkt verder dat voedingsbedrijven met een continu productieproces beduidend minder te kampen hebben met voedselverlies (+/- 1,1 %) dan bedrijven met een discontinu proces waar er meer afgewerkte producten worden geproduceerd (+/- 3,2 %).

Voedselverlies als opportuniteit voor de voedingsindustrie

Kris Peeters op 31 maart 2014: “… Voedselverliezen tegengaan, zorgt ook voor een efficiëntere ketenwerking en bijbehorende kostenbesparingen. Het optimaliseert bestaande processen, maar stimuleert ook innovatie”.

Innovatie hoeft niet altijd de introductie te zijn van state-of-the-art technologie of wetenschap. FEVIA Vlaanderen stelt in zijn brochure 11 oplossingen voor die eerder gericht zijn op een goede organisatie met aandacht voor continue verbetering. Maar de technologie kan zeker een handje helpen om een productie te optimaliseren. Tegenwoordig bestaat er sensoren die het mogelijk maken om processen on-line of in-line op te volgen. Sensoren in combinatie met doorgedreven digitalisatie en automatisatie kunnen menselijke fouten snel detecteren of zelfs vermijden, met minder verliezen als gevolg. Voor meer info betreffende sensoren in de voedingsindustrie zie http://www.sensorsforfood.com/.

Volgens het FAO gaat in geïndustrialiseerde landen het meeste, circa 40%, verloren na de aankoop door de consument. Een voedselverwerkend bedrijf kan hier op inspelen door producten te leveren met hogere kwaliteit en een langere of beter ingeschatte houdbaarheid. Sinds het ontstaan van Flanders’ FOOD zetten tal van projecten met bedrijven in op dit thema, meer specifiek op onderstaande onderwerpen:

  1. Reiniging en desinfectie (CleanGuideFood, HygiPork, RedESBL  (oproep 2014))
  2. Veevoederadditieven om besmetting ter hoogte van de primaire productie van varkensvlees te verlagen (Salmonella I + II)
  3. Inzicht in de bederfveroorzakende bacteriën en hun productspecifieke gedrag om de conserveringsstrategie te optimaliseren. De parameters waarmee kan gespeeld worden in de conserveringsstrategie zijn: verhitting, pH, aw, bewaartemperatuur, organische zuren, atmosfeer,… (Mildheat, Microsens, PSYCHROLAB en COMBIBOT  (oproep 2014))
  4. Controle van bederf door gisten en schimmels (FUNCOFOOD, ANTIFUNG, REDUMOLD (oproep 2014))
  5. Verbeterde vershoudbaarheid van brood en 'parbaked' brood (Shelflife I + II)
  6. Beter voorspellen van de sensorische houdbaarheid van THT-producten (SensoTHT, THTLipideSens, OXIFAST (oproep 2014))
  7. Nieuwe technologieën die de houdbaarheid van producten kunnen verlengen met behoud van kwaliteit: hoge druk pasteurisatie, pulsed electric field, radio- en microgolven, … voor meer info zie: http://www.f-3.be/

Verpakkingen kunnen ook de houdbaarheid verlengen dankzij o. a. de gebruikte materialen en de gassamenstelling in de verpakking. UGent, meer bepaald pack4food.be, ontwikkelt bijvoorbeeld een sensor op de verpakking, de CheckPack sensor, die zal toelaten om bederf te detecteren zodat levensmiddelen waarvan de theoretische houdbaarheidsdatum overschreden is maar die nog niet bedorven zijn, toch nog verkocht kunnen worden.

Pack2savefood doet een oproep aan bedrijven, ontwerpers, studenten, onderzoekers voor het ontwerp van slimme verpakkingen om de houdbaarheid te verlengen. Heeft u een idee voor een nieuwe innovatieve verpakking of een product dat voedselverlies kan tegengaan? Surf dan naar Pack2savefood.org

Eenmaal producten (al dan niet verpakt) in de winkel liggen kunnen ze alsnog de retour maken naar de voedingsindustrie. In Nederland is er een fabriek opgericht voor de verwerking van onverkoopbare, maar nog eetbare versproducten. Versproducten die supermarkten niet meer kunnen verkopen worden verwerkt tot sauzen en soepen van hoge kwaliteit. Een soort ‘verspillingsfabriek’.

Bronnen