Minerale koolwaterstoffen in onze voeding

Het EFSA heeft de kat de bel aangebonden en een wetenschappelijk rapport gepubliceerd over de aanwezigheid van koolwaterstoffen in onze voeding. Moeten we nu massaal ons dieet gaan aanpassen of is dit een storm in een glas water?

Op vraag van de Europese Commissie heeft het experten panel van contaminanten in de voedselketen (CONTAM panel) van het EFSA (European Food Safety Authority) een studie gepubliceerd over de aanwezigheid en de concentratie van koolwaterstoffen in onze voeding.

Minerale oliën of koolwaterstoffen komen in onze voeding terecht door niet intentionele contaminatie of worden moedwillig als hulpstof bij het productieproces of additief toegevoegd.

De koolwaterstoffen (= KWS) die beschouwd werden in deze studie zijn moleculen met 10 tot ongeveer 50 koolstof atomen. Ruwe aardolie is veruit de belangrijkste bron van KWS. Analoge verbindingen kunnen gesynthetiseerd worden uit steenkool, aardgas en biomassa.


In de KWS kan men grofweg vier klassen onderscheiden:

De verzadigde koolwaterstoffen zijn de eenvoudigste koolwaterstoffen en bevatten alleen enkelvoudige koolstof-koolstof bindingen zonder ringen. Ze kunnen eventueel wel vertakkingen vertonen. Deze verbindingen heten verzadigd, omdat er geen dubbele bindingen in voorkomen. Ze worden ook wel de alkanen of alifatische koolwaterstoffen genoemd.

Onverzadigde koolwaterstoffen bevatten minder waterstof. De volgende soorten onverzadigde koolwaterstoffen kunnen worden onderscheiden: alkenen, die een dubbele C=C binding bevatten en de alkynen, die drievoudige bindingen bevatten

Een koolwaterstof met één of meer benzeenringen is een aromatische koolwaterstof. De belangrijkste, meest toegepaste aromatische koolwaterstoffen zijn benzeen en zijn derivaten zoals: tolueen, ethylbenzeen en xyleen of fenol (hydroxybenzeen). Stoffen met meerdere aromatische systemen heten polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK).

Cyclische koolwaterstoffen, zoals cycloalkanen, hebben een koolstofketen die een ring vormt, bijvoorbeeld cyclohexaan. De structuurformule van een cyclische koolwaterstof lijkt op het eerste zicht sterk op een aromatische verbinding, maar de chemische eigenschappen van deze groep verbindingen zijn zeer verschillend.

Binnen deze klassen vindt men een brede waaier aan individuele moleculen.


In deze studie werden de KWS opgedeeld in twee belangrijke groepen, zijnde de verzadigde koolwaterstoffen (= VKWS) en de aromatische koolwaterstoffen (= AKWS).

Van de waaier commercieel beschikbare moleculen is er relatief weinig bekend over hun samenstelling, daar de specificaties in hoofdzaak de fysicochemische eigenschappen (zoals bijvoorbeeld viscositeit) nader beschrijven, omdat deze de toepassingsmogelijkheden van het product bepalen. Producten met analoge fysicochemische eigenschappen kunnen substantieel verschillen in samenstelling, afhankelijk van de minerale olie bron en de processing. Food grade KWS worden behandeld opdat de concentratie aan AKWS zo laag mogelijk zou zijn. Technical grade KWS bevatten typisch 15 – 35% AKWS.

Omwille van hun complexiteit is het doorgaans niet mogelijk om de KWS op te splitsen in individuele componenten en deze te kwantificeren. Met behulp van gaschromatografie is het wel mogelijk om de VKWS en de AKWS te onderscheiden van elkaar en bepaalde subklassen te gaan bepalen.

De CONTAM onderzoeksgroep heeft een hele resem aan mogelijke bronnen van KWS in onze voeding onderscheiden:

Materialen die in contact zijn met de voeding, zoals verpakkingsmaterialen die gemaakt zijn van gerecycleerd karton en papier, drukinkten op papier en karton en KWS die gebruikt worden in de productie van plastics

  • Additieven in de voeding
  • Hulpstoffen in het productieproces
  • Lossingsmiddelen (release agents) voor bakkerijproducten en snoepgoed
  • Koolwaterstoffen voor de oppervlaktebehandeling van voedingsmiddelen
  • In dierenvoeding worden KWS toegevoegd als bindmiddel voor minorcomponenten
  • Paraffine wassen zijn toegelaten voor gebruik in bijvoorbeeld kauwgum, coating van bepaalde fruitsoorten en worden gebruikt in de samenstelling van bepaalde pesticiden
  • Ontschuimers
  • Anti-dusting producten voor granen
  • Contaminanten afkomstig uit het leefmilieu/omgeving
  • Oogstmachines (diesel, smeerolie) en machines gebruikt voor het verwerken van voedsel
  • Reinigingsmiddelen

Het is belangrijk om vooraf aan te geven dat data met betrekking tot de concentratie en/of aanwezigheid van koolwaterstoffen in voedingsmiddelen slechts van een beperkt aantal voedingsmiddelen voorhanden waren en bovendien niet uit alle landen binnen de EU. Doorgaans werden enkel de totale concentratie aan verzadigde koolwaterstoffen bepaald en is er weinig informatie voorhanden betreffende specifieke subklassen, zoals bijvoorbeeld vertakte of lineaire verzadigde koolwaterstoffen.

Moeten we ons zorgen maken?

Koolwaterstoffen zijn in variërende concentraties aanwezig in bijna alle voedingsmiddelen. In de bestudeerde productgroepen werden de hoogste concentraties teruggevonden in snoepgoed (exclusief chocolade), plantaardige oliën, visproducten (vis in blik) en zaden (met waarden tussen 38 en 46 mg VKWS/kg), gevolgd door dierlijk vet, vis, noten, ijs en desserts (met waarden tussen 14 en 24 mg VKWS/kg).

De voedingsgroepen “brood/bakkerijproducten” en “granen voor humane consumptie” vertoonden voor bepaalde KWS, meer bepaald voor de verzadigde koolwaterstoffen, relatief hoge waarden (meer specifiek: brood/bakkerijproducten: 532 mg VKWS/kg gemiddeld en granen voor humane consumptie: 977 mg VKWS/kg). Deze hogere waarden kunnen verklaard worden door het gebruik van lossingsmiddelen (release agents) en spraying agents in brood en granen respectievelijk. In tegenstelling tot de achtergrond concentratie waarvan de samenstelling onbekend is en hoogst waarschijnlijk in hoofdzaak AKWS zijn, zijn de gevonden hoge waarden in beide productgroepen vermoedelijk toe te schrijven aan food grade, gezuiverde, minerale olie derivaten die zo goed als vrij zijn van AKWS.

Gemiddeld genomen kan men stellen dat de blootstelling aan koolwaterstoffen via on ze voeding in Europa varieert tussen 0,03 en 0,3 mg/kg lichaamsgewicht. Deze waarden liggen hoger bij jongeren in vergelijking met volwassen en ouderen. Geschat wordt dat de hoogste blootstelling per kg lichaamsgewicht voorkomt bij kinderen tussen 3 en 10 jaar oud.

Op zich zijn dit geen geruststellende vaststellingen, temeer daar in dit rapport het EFSA ook aangeeft dat bepaalde van deze koolwaterstoffen carcinogeen zijn.

Of gaan we hier te kort door de bocht?

Toch wat nuanceren

De federatie van de bakkerijen in de UK heeft hierop alvast gereageerd en zet toch een paar opmerkingen in de kantlijn. Volgens hen worden deze lossingsmiddelen (release agents) en spraying agents niet meer gebruikt in de bakkerij industrie in de UK. Deze federatie geeft ter verdediging ook aan dat er sinds verschillende jaren geen koolwaterstoffen teruggevonden zijn in broden.

De Britten zetten ook vraagtekens bij de bron(nen) van deze gegevens en stellen ook dat ze zeker niet uit de UK kunnen komen.

In ieder geval nuanceert het EFSA, als reactie hierop, de data ook wat door te melden dat er “weinig data beschikbaar waren met betrekking tot commercieel geproduceerde broden”. Ook werden er soms oudere gegevens gebruikt en vermeld in het rapport.

Het EFSA besluit ook in hun rapport dat door de complexiteit en het gebrek aan informatie over de gebruikte en teruggevonden koolwaterstoffen (en de individuele componenten), het geen zin heeft om gezondheidsrichtlijnen op te stellen met betrekking tot de individuele componenten. Het experten panel concludeert dat verder onderzoek zich opdringt en dat er rekening moet gehouden worden met de toxicologische profielen van de moleculen en hun gedrag in het lichaam. Het totale gehalte aan verzadigde en aromatische koolwaterstoffen zou telkens apart moeten bepaald worden. Bovendien moeten binnen deze groepen, subklassen vastgelegd worden op basis van moleculair gewicht en structuur. Ook moeten de analysetechnieken aangepast en verbeterd worden.

Het CONTAM panel raadt ook aan een monitoring programma op te stellen, zodat de verschillende contaminatiebronnen kunnen geïdentificeerd worden. Het is ook raadzaam om na te gaan of andere voedingsgroepen, die momenteel niet in dit onderzoek betrokken werden, een relevante bijdrage leveren aan de chronische blootstelling aan bepaalde koolwaterstoffen.

Bronnen

  • EFSA Panel on Contaminants in the Food Chain (CONTAM); Scientific opinion on mineral oil hydrocarbons in food. EFSA Journal 2012; 10(6):2704. 185 p. Beschikbaar online: www.efsa.europa.eu/efsajournal
  • EFSA: Highest mineral oil exposure in bread and rolls (07/06/12) – www.bakeryandsnacks.com