Overdrachtsfactoren van residuen bij pluimvee nader bekeken!

Begin juni vindt de openbare verdediging plaats van het doctoraal proefschrift van Valerie Vandenberge met betrekking tot overdrachtsfactoren van residuen van diergeneesmiddelen en voederadditieven bij pluimvee.

In de pluimveehouderij wordt vaak geopteerd voor een groepsbehandeling van de dieren via drinkwatermedicatie of via gemedicineerd of gesupplementeerd voeder, en dit voor de controle en de behandeling van ziektes. Kruiscontaminatie (door de overdracht van ongewenste stoffen van een gemedicineerd of gesupplementeerd voeder naar een niet-gemedicineerd of niet-gesupplementeerd voeder) kan gebeuren gedurende de aanmaak, de opslag en het transport van het gemedicineerd of gesupplementeerd voeder, maar kan ook optreden op het pluimveebedrijf zelf. Kruiscontaminatie wordt ondanks talrijke maatregelen in de veevoederindustrie als onvermijdelijk beschouwd. De toediening van een voeder, dat een farmacologisch actieve substantie bevat door kruiscontaminatie, aan niet-doeldieren kan aanleiding geven tot de aanwezigheid van residuen in eetbare producten.

De algemene doelstelling van het doctoraatswerk was het bepalen van de mate van overdracht van voeder naar pluimveematrices voor diverse diergeneesmiddelen en voederadditieven. De onderzochte substanties waren sulfadiazine, doxycycline, flubendazole, tylosine, lasalocid en monensin. Bovendien werden diverse factoren, die een rol kunnen spelen bij de distributie van een molecule naar een bepaalde matrix onderzocht. Hiertoe werden dierproeven uitgevoerd waarbij de dieren gedurende 14 dagen een experimenteel voeder kregen. Dit voeder bevatte een farmacologisch actieve substantie aan kruiscontaminatie niveaus van 2,5%, 5% en 10% van de therapeutische concentratie. Residuconcentraties in diverse matrices van vleeskuikens en leghennen werden op regelmatige tijdstippen bepaald.

Bij de leghennenstudies werden enerzijds residuconcentraties gemeten in volledig ei en anderzijds in eiwit en dooier afzonderlijk. Algemeen kan men besluiten dat er een grote variatie werd waargenomen in overdrachtsfactoren voor de zes onderzochte substanties. Lasalocid, sulfadiazine, doxycycline en flubendazole werden in hogere mate overgedragen in vergelijking tot monensin en tylosine, die een te verwaarlozen overdracht vertoonden. Daarenboven werd een grote variatie waargenomen tussen de diverse substanties betreffende hun voorkeur voor eiwit of eidooier. Er kon geen duidelijke correlatie opgemerkt worden tussen enerzijds de voorkeur voor eiwit of dooier en anderzijds de fysicochemische eigenschappen zoals vetoplosbaarheid, dissociatieconstante en distributiecoëfficiënt.

Bij de vleeskuikenstudies werden niet alleen residuconcentraties gemeten in borstspier, maar ook in bilspier en lever. Algemeen kan men besluiten dat er opnieuw duidelijke verschillen werden waargenomen in overdrachtsfactoren voor de zes onderzochte substanties. Lasalocid, sulfadiazine en doxycycline werden in hogere mate overgedragen dan flubendazole. Monensin en tylosine werden slechts in beperkte mate overgedragen. Voor lasalocid, doxycycline en tylosine werd een hogere residuconcentratie waargenomen in de lever in vergelijking met de spier. Daarenboven werd een significant verschil in residuconcentraties in borstspier in vergelijking met bilspier voor flubendazole en lasalocid waargenomen.

In het doctoraat werd ook een poging ondernomen om een voorspellend model voor te stellen voor de overdracht van substanties vanuit voeder naar pluimveematrices. Voor volledig ei en spier werd een afzonderlijke formule voorgesteld. Deze formules zijn gebaseerd op enerzijds fysicochemische parameters en anderzijds op residuconcentraties in matrices van dierlijke oorsprong ten gevolge van een in-voeder medicatie. De relevantie van deze formules voor gebruik in de praktijk is echter zeer beperkt, voornamelijk omwille van het gebrek aan data met betrekking tot het plasmaconcentratie-tijdsverloop en relevante farmacokinetische parameters.

De verdediging van het doctoraal proefschrift ‘Transfer of cross-contamination levels of coccidiostats, antibiotics and anthelmintics from feed to poultry matrices’ vindt plaats op dinsdag 12 juni om 17.00 uur in kliniekauditorium D van de Faculteit Diergeneeskunde, Universiteit Gent, Salisburylaan 133, Merelbeke.

Meer info

  • valerie.vandenberge@ilvo.vlaanderen.be
  • els.daeseleire@ilvo.vlaanderen.be