Hoe kijkt de Nederlander tegen nanotechnologie aan?

Uit onderzoek blijkt ondermeer dat nanotechnologie nauwelijks leeft bij consumenten, dat het verzoend kan worden met ‘natuurlijk,’ en dat de bezorgdheid omtrent veiligheid op dit moment niet echt aanwezig is. Dat lijkt een gunstig gesternte. Aan de overheden, bedrijven, wetenschappers en andere actoren om het zo te houden!

Nanotechnologie wordt wel eens de technologie van de toekomst genoemd.  De opkomst van nanotechnologie gaat gepaard met een discussie over de veiligheid van de technologie.  Men verwacht ook dat rondom nanotechnologie en voedsel vanuit onder andere maatschappelijke organisaties en burgers vragen zullen komen betreffende de perceptie vanvoedselkwaliteit en welke gevolgen dit mogelijk zou kunnen hebben voor de uiteindelijke mate van acceptatie door consumenten van dergelijke voedingsproducten.

Het Nederlandse Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) liet daarom in 2010 door Wageningen UR onderzoek uitvoeren naar  percepties van Nederlandse consumenten ten aanzien van nanotechnologische toepassingen in voedsel en landbouw. 


Nanotechnologie 

In nationaal en internationaal verband wordt  overleg gepleegd over de definitie van nanotechnologie en aanverwante termen als nanodeeltjes en nanomaterialen. Op EU niveau is er een voorstel voor een definitie, met nog veel onduidelijkheid en onzekerheid.  Eenduidige definities zijn nochtans belangrijk, zowel vanuit het oogpunt van wetenschappelijk onderzoek, wet- en regelgeving, concurrentieposities en een goede communicatie.  

EU voorstel voor de definitie:

Nanomaterial: means a material that meets at least one of the following criteria: (1)consists of particles, with one or more external dimensions in the size range 1 nm – 100 nm for more than 1 % of their number size distribution; (2) has internal or surface structures in one or more dimensions in the size range 1 nm– 100 nm; (3) has a specific surface area by volume greater than 60 m2/cm3, excluding materials consisting of particles with a size lower than 1 nm. 2.

Particle: means a minute piece of matter with defined physical boundaries (ISO 146446:2007). 


Het onderzoek naar de percepties van Nederlandse consumenten ten aanzien van nanotechnologie en haar toepassingen in voedsel en landbouw werd gevoerd op basis van desk-research, 22 diepte-interviews en 6 focusgroepdiscussies.  Er werd uitgegaan van concrete nanotechnologische toepassingen: Smart Dust (kleine sensoren die de groei van landbouwgewassen monitoren), nanofiltratie van melk, sticker die houdbaarheid van product aangeeft (Onvu-sticker), petflessen, koffiecreamer en ‘gesupplementeerde’ dranken die dankzij nanotechnologie helder blijven. 

Ook werd gepolst naar de perceptie ten overstaan van enkele niet-voedsel of –landbouw gerelateerde toepassing van nanotechnologie, te weten zonnebrandcreme met titaniumoxide op nanogrootte. 

Een aantal conclusies uit het onderzoek:

  • Nanotechnologie leeft nauwelijks bij consumenten: men weet niet of nauwelijks wat het is en zelfs na enige uitleg kan men er zich nog steeds weinig voorstelling bij maken. Pas door te praten over nanotechnologische toepassingen en door voorbeelden van deze toepassingen aan consumenten voor te leggen, krijgen consumenten enig idee van wat nanotechnologie is, en vormen zij zich een beeld en een mening. Daarbij lijkt het merendeel van de consumenten vooralsnog geen bezwaar te hebben tegen nanotechnologische toepassingen in voedsel en landbouw.
  • ‘Natuurlijkheid’ is een sleutelbegrip in de perceptie van consumenten. Nanotechnologie lijkt geen probleem te zijn voor consumenten zolang het een (in de perceptie van consumenten) natuurlijke toepassing betreft. Als nanotechnologie echter in de perceptie van consumenten de technologisering van voedselproductie (verder) ondersteunt, dan lijkt nanotechnologie weerstand op te roepen bij consumenten.
  • Voedselveiligheid van nanotechnologische toepassingen lijkt nog nauwelijks een rol te spelen in de perceptie van consumenten. Zodra consumenten echter meer kennis van en informatie over zowel risico’s als daadwerkelijke toepassing van nanotechnologie in producten krijgen, worden zij kritischer ten aanzien van het toepassen van nanotechnologie in voedsel en landbouw.
  • Consumenten willen graag geïnformeerd worden over het gebruik van nanotechnologie in een voedselproduct of verpakking, en wel via een duidelijke vermelding op het etiket.
  • Er vindt tot nu toe nauwelijks discussie over nanotechnologie plaats in het publieke domein. De perceptie van consumenten ten aanzien van nanotechnologie en haar toepassingen in voedsel en landbouw wordt dan ook nauwelijks beïnvloed door actoren in hun maatschappelijke omgeving, zoals overheid, onderzoeksinstituten, maatschappelijke organisaties en bedrijfsleven. 

Op basis van de bevindingen, werden ook werkpunten gedefinieerd, voor de verschillende actoren, waaronder deze:

  • Overheid: het beheersbaar makenvan de onzekerheid over nanotechnologie., door het voeren van onderzoek en toezicht houden op veiligheidsaspecten en door het verder opvolgen van de consumentenperceptie.
  • Bedrijven:  relevante voordelen van nanotechnologische toepassingen in voedsel en landbouw creëren en hierover duidelijk communiceren, ten einde tevoorkomen dat de maatschappelijke discussie alleen over risico’s zal gaan.
  • Wetenschappers dienen het voortouw te nemen in het onderscheiden van relevante gebieden binnen nanotechnologie, daar consumenten pas bij specifieke toepassingen van nanotechnologie zich een beeld van de voordelen en risico’s van deze technologie kunnen vormen

Bronnen

Gerelateerde artikels