De ene Listeria monocytogenes gevaarlijker dan de andere?

Er zijn verschillen in de virulentie van Listeria monocytogenes. Dit verklaart waarom de aanwezigheid van de bacterie hoog is, maar de ziekte listeriose weinig voorkomt.

Een onderzoekster suggereert dat de virulente bacteriën beter in staat zijn om het afweersysteem te ontwijken. Jammer genoeg is er geen eenvoudige analysemethode voor handen om de virulente van de niet-virulente Listeria monocytogenes bacteriën te onderscheiden. Minimale conservering kan daarenboven het virulentiepotentieel beïnvloeden. 

Een virulente Listeria monocytogenes, een efficiënte aanvaller die de verdediging kan ontwijken?

Ook vertoonden klinische stammen in vitro een lagere invasiecapaciteit in lever- en darmcellen dan niet-klinische stammen. Daarentegen werden in vivo voor de klinische stammen hoge aantallen teruggevonden in lever en milt.

De lage in vitro invasiecapaciteit en de hoge aantallen van de klinische stammen in lever en milt lijken elkaar op het eerste zicht tegen te spreken. De hypothese die de onderzoekster stelt, is dat de klinische L. monocytogenes stammen beter in staat zijn het immuunsysteem te ontwijken. Ze zouden dus virulenter zijn doordat ze minder goed opgeruimd worden door het immuunsysteem. Deze hypothese werd bevestigd doordat voor de lever werd aangetoond dat een eiwit, dat zorgt voor de aantrekking van witte bloedcellen naar de infectiehaard, minder wordt aangemaakt bij een infectie door klinische stammen. 

Milde zuurstress kan de virulentie beïnvloeden

Milde zuurstress, bij een pH van 5,5 , bleek de expressie van een belangrijk invasiegen te beïnvloeden. Maar deze respons was stamafhankelijk. Bij de ene stam was de genexpressie verhoogd, bij de andere verlaagd en bij een ander bleef de expressie constant. Minimale conserveringstechnieken, die de laatste jaren meer worden gebruikt, zouden dus het virulentiepotentieel kunnen beïnvloeden. 


Groeicondities

Listeria monocytogenes kan groeien bij condities van zo’n 0 tot 45°C met een optimum bij 30 à 37°C en overleeft verscheidene weken bij -18°C. Het verdraagt een pH van 4,3 tot 9,4 en vereist een minimum wateractiviteit van 0,92.

Deze condities variëren afhankelijk van de voedingsbodem en andere omstandigheden. Zo verdraagt de bacterie een hoge zuurtegraad minder bij een lagere temperatuur.

L. monocytogenes kan zowel met als zonder zuurstof groeien. Bij hoge CO2-gehalten is er nog groei mogelijk, maar is er een vertraging die nog wordt versterkt door een lage temperatuur.

Combinatietechnologie is dus de beste preventiemethode. 


Voorkomen en listeriose

L. monocytogenes kan u vinden in bodem, planten, afval- en beekwater, kuilvoeder, voedingsbedrijven en in de stoelgang van gezonde personen en dieren. In België detecteerde het ILVO en de UGent de bacterie in kant-en-klare levensmiddelen zoals gerookte vis, salades en zuivelproducten. Een levensmiddel wordt vaak besmet door kruiscontaminatie.

De gekende incidentie van listeriose is laag, maar de mortaliteit is hoog, 20 à 30 %. De bacterie is in staat de darmbarrière, de bloed-hersenen barrière en de placentabarrière te overbruggen. Pasgeboren baby’s, oudere mensen, mensen met een verzwakt immuunsysteem en zwangere vrouwen zijn een gevoelige doelgroep.

In Europa is er een stijging van het aantal listeriosegevallen en dan vooral bij 60-plussers.


Bronnen

  • Differentiatie van Listeria monocytogenes stammen op basis van virulentie en zuurstress-resistentie, doctoraat van Hadewig Werbrouck, ILVO-Eenheid Technologie en Voeding op 13 mei 2008 met als promotoren dr. ir. Els Van Coillie (ILVO-T&V) en Prof. dr. ir. Mieke Uyttendaele (UGent-LFMFP)

  • Workshop “Beheersing van Listeria monocytogenes in levensmiddelen: een update”. 10 april 2008 met medewerking van D. Vandekerckhove (FOD Volksgezondheid), E. Van Coillie (ILVO), F. Devlieghere (UGent-FBW), A. Vermeulen (UGent-FBW), K. De Reu (ILVO), M. Uyttendaele (UGent-FBW), H. Werbrouck (ILVO) en L. Herman (ILVO).