Isotopen om langer te leven

Uit preliminair onderzoek blijkt dat de levensduur van wormen met 10 % verlengt wordt bij het toevoegen van zware isotopen aan hun voeding.

De onderzoeker Mikhail Schepinov, gastprof aan de Universiteit van Oxford, wil deze theorie nu ook gaan toepassen op dieren. De onderzoeker denkt dat door de isotopen toe te voegen aan dierenvoeding, deze isotopen opgenomen worden in het dierweefsel en bijgevolg ook in de consument. In het kader van dit onderzoek werd het bedrijf Retrotope opgericht om het idee te commercialiseren.

Isotopen

Het chemisch element waartoe een atoom behoort wordt bepaald door het aantal protonen in de kern. Voor een gegeven aantal protonen kan daarnaast het aantal neutronen in de kern variëren, er wordt dan gesproken van verschillende isotopen van hetzelfde element.


Het anti-verouderingseffect van zware istopen is gebaseerd op het feit dat ze verbindingen kunnen maken in aminozuren, nucleïnezuren en bepaalde lipiden, waardoor deze minder gevoelig worden voor oxidatie. Oxidatie wordt immers beschouwd als één van de oorzaken van het verouderingsproces. De isotopen die gebruikt worden zijn voornamelijk deuterium en koolstof 13.

Deuterium

Deuterium is een isotoop van waterstof met in de atoomkern een neutron en een proton, in plaats van aleen maar een proton. Deuterium wordt genoteerd als 2H of D en is stabiel.

Koolstof 13

Koolstof heeft 2 stabiele, dit wel zeggen niet radioactieve isotopen, namelijk 12C en 13C.


Bron: Rejuvenation Research, 10 (1), 47-60.