Probiotica : werking en veiligheid

Australische wetenschappers onderzochten de potentiële gevaren van een wijdverspreid gebruik van probiotica en identificeerden een aantal risicogroepen en onzekerheden met betrekking tot het gebruik van probiotica. Ze vatten hun bevindingen samen in een review. Ook het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu; Nederland) publiceerde een rapport met betrekking tot probiotica en immunomodulatie.

Per definitie zijn probiotica ‘levende micro-organismen die bij voldoende inname een gezondheidsbevorderend effect hebben op de consument.’ Ze worden aanbevolen in de preventie en behandeling van een aantal aandoeningen, met voldoende bewijzen voor hun efficiëntie in een aantal klinische omstandigheden. Hier rond werd ook veel onderzoek verricht.

Meer en meer worden producten met probiotica ook beschouwd als commerciële basisproducten. De effecten van dit routinematig en verspreid gebruik kreeg echter minder aandacht. Hoewel de probiotische stammen die commercieel beschikbaar zijn als ‘veilig’ beschouwd kunnen worden, zijn er toch bezorgdheden met betrekking tot hun veiligheid bij gebruik in bepaalde bevolkingsgroepen.

De onderzoekers concludeerden dat probiotica zeker gunstige effecten kunnen induceren, maar rond de werkingsmechanismen en de ideale toedieningswijze dient nog veel onderzoek te gebeuren. De gezondheidseffecten zijn stamspecifiek, en de klinische effecten kunnen variëren afhankelijk van de gezondheidstoestand van het individu. Daardoor kunnen klinische effecten niet veralgemeend worden. Consumptie van probiotica door gezonde individuen kan als veilig beschouwd worden, maar probiotica moeten bij anderen met de nodige voorzichtigheid gebruikt worden omwille van het risico op sepsis.

Om tot deze conclusies te komen, verzamelden de wetenschappers informatie rond potentiële risico’s door een analyse van rapporten met betrekking tot

  • toenemende aanwijzingen voor bloedvergiftiging ten gevolge van het gebruik van probiotica (bacteriële sepsis)
  • theoretisch risico van nadelige metabolische effecten door de (tijdelijke) manipulatie van de samenstelling van de darmflora bij het gebruik van probiotica
  • afwijkingen van de immuunregulatie en overstimulering van het immuunsysteem.

De darmmicrobiota (micro-organismen die voorkomen in de darm) spelen een cruciale rol in de normale ontwikkeling van het immuunsysteem. Manipulatie van die darmmicrobiota zou dus belangrijke immunomodulerende effecten kunnen hebben. Deze (lange termijn) effecten zijn moeilijk inschatbaar. Dit is vooral van belang bij het gebruik van probiotica bij pasgeborenen en zwangere vrouwen.

Overdracht van resistentie

Er bestaat een bezorgdheid met betrekking tot de mogelijke overdracht van anti-microbiële resistentie van probiotische stammen op pathogenen in de darmmicrobiota.

Wat de onzekerheden in het gebruik van probiotica betrof, ging de aandacht van de onderzoekers naar data in verband met:

  • Specificiteit van probiotische effecten
  • Er dient de nodige aandacht te zijn voor het feit dat de effecten van een probiotische stam stamspecifiek zijn, en niet altijd geëxtrapoleerd kunnen worden naar andere probiotische stammen.

Toedieningsschema

Er is slechts beperkte informatie beschikbaar over het ideale doseringsschema van een probioticum: de dosis die nodig is voor een specifiek effect is veelal onbekend.

  • Werkingsmechanisme van probiotica slechts beperkt gekend.
  • Microbiële mechanismen in het spijsverteringsstelsel.
  • De immunologische mechanismen zijn veelal onbekend.

Het RIVM rapport ‘‘Immunomodulation by probiotics: efficacy and safety evaluation’ richt zich op de evaluatie van werkzaamheid en veiligheid van immuunmodulatie door probiotica. Informatie over de werking van probiotica berust voornamelijk op dierenproeven. Er is ook weinig bekend over de eventuele ongewenste effecten, hoewel dit toch een bekommernis is. Stimulatie van immuunresponsen kan gewenst zijn wat weerstand betreft, maar de keerzijde is wellicht inductie van autoimmuniteit. Tegenwoordig worden ook aan flesvoeding voor baby’s probiotica toegevoegd. Gezien hun immuunsysteem nog in ontwikkeling is, zijn baby’s gevoeliger voor immuunmodulatie en baby’s kunnen als zodanig een risicogroep vormen voor ongewenste effecten van immunomodulatie.

In het rapport wordt een schema voor de evaluatie van werkzaamheid en veiligheid voorgesteld. Dit levert richtlijnen die gebruikt kunnen worden voor de evaluatie van bestaande en nieuwe probiotica.

Bronnen

  • Boyle R.J., Robinsons-Browne R.M. en Tang M.L.K. (2006). Probiotic use in clinical practice: what are the risks? Am.J. Clin. Nutr. 83, 1256-64.
  • RIVM Report 340320003/2005: Immunomodulation bij probiotics : efficacy and safety evaluation.