productielijn digitale transformatie

Wat is een ideaal concept voor Living Labs ? - Haalbaarheidsstudie

Waarom dit project?

Alhoewel voedingsbedrijven graag willen inzetten op digitalisering om hun productieprocessen te optimaliseren en verder te innoveren, is hun kennis hierover vaak beperkt en sterk gefragmenteerd. Zogeheten 'living labs' spelen hierop in door kennis omtrent digitalisering te gaan aanreiken in een fysieke of digitale omgeving, waarbij zowel demonstraties als testen kunnen uitgevoerd worden op vraag van het bedrijf in kwestie. Het probleem is echter dat de term ‘living labs’ maar weinig gekend is en het concept errond is vaak niet eenduidig. Het is daarom voor veel bedrijven moeilijk om de eerste stappen te zetten naar digitale maturiteit. Digitalisering wordt dan ook vaak – ten onrechte – op de lange baan geschoven, terwijl korte termijn projecten de groei van voedingsbedrijven nochtans sterk kunnen versnellen.

Onderzoek en resultaten

Digitale transformatie in de voedingsindustrie was een collectieve haalbaarheidsstudie (type VIS-CO), met als doel kennis rond digitalisering binnen de voedingsindustrie eenduidig ter beschikking te stellen aan bedrijven en het concept ‘Wat is een ideaal living lab?’ verder te definiëren.

Na een bevraging bij een 60-tal voedingsbedrijven werd al snel duidelijk dat digitalisatie meestal pas wordt toegepast wanneer de nood zich stelt, bijvoorbeeld om aan nieuwe wetgeving te voldoen. Bovendien werd ook duidelijk dat bij bedrijven die al verder staan qua digitale transformatie een duidelijk en structureel plan vaak ontbrak om deze maturiteit op korte termijn te bekomen. De oorzaak hiervan was enerzijds een gebrek aan kennis en competenties rond digitale transformatie binnen het bedrijf zelf en anderzijds het wantrouwen om hulp te zoeken ten opzichte van aanbieders van digitalisatie.

In deze bevraging werd daarnaast ook gepolst naar de visie van de voedingsbedrijven over wat voor hen een ideaal living lab was en welke vereisten ze voor deze labs vooropstelden. Hieruit kwam naar voren dat de kennis en tools die worden aangereikt rond digitalisatie een duidelijk demonstreerbare meerwaarde moeten bieden voor het bedrijf zelf. Daarnaast gaven de bedrijven ook aan geprikkeld te willen worden om digitalisering op andere domeinen toe te passen dan ze zelf eerst voor ogen hadden, bijvoorbeeld om klantenervaring te optimaliseren. Tenslotte werd ook het belang van een vertrouwde en fysieke omgeving om het leertraject te doorlopen vooropgesteld.

Om aan deze visie te voldoen werd een lijst opgesteld met reeds bestaande living labs van zowel bedrijven, demo-faciliteiten als kennisinstellingen die hun pilootinfrastructuur ter beschikking willen stellen voor concullega’s. In deze lijst zijn tal van toestellen opgenomen, gaande van UHT-installaties tot extruders, met applicaties voor verhitten, koelen, mengen, drogen enz. Het werd echter snel duidelijk dat een sectoroverschrijdend ideaal living lab dat aan alle vooropgestelde vereisten voldoet, tot op heden in Vlaanderen nog niet bestaat.

Vervolgacties

Coock project DIGITRACK (Flanders’ FOOD en Sirris)

Uit de resultaten van bovenstaand project werd duidelijk dat een snelle transformatie naar digitale maturiteit enkel mogelijk is via een gestructureerde aanpak. Het vervolgtraject DIGITRACK werd daarom opgezet om bedrijven hierin verder te ondersteunen door onder andere het level van digitale maturiteit van het bedrijf in kaart te brengen en op basis hiervan een concreet stappenplan uit te werken om digitalisering te implementeren.

Coock project OPERATOR 4.0 (Flanders’ FOOD, Workitects en ILVO)

Een ruim aanbod aan digitale tools is reeds voorhanden om operatoren in de voedingsindustrie te ondersteunen bij het uitvoeren van hun taken. Dit heeft niet alleen een impact op de arbeidsorganisatie van het bedrijf, maar vaak ook op het welbevinden van de operator in kwestie. Het doel van dit vervolgtraject is daarom de sociale impact van technologische innovatie te monitoren en bij te sturen waar nodig, bijvoorbeeld tools ontwikkelen voor anderstalige werknemers.

Projectpartners

Flanders’ FOOD beheert en coördineerde het project. De uitvoering was in handen van:

  • Sirris, departement ICT en Mechatronica - Wim Codenie en departement Finance - Annelies Dezeure 
  • ILVO, departement Technologie en Voeding (Food Pilot) - Lieve Herman
  • Onderaannemer: Yellow Window - Stefan Van Ouytsel

Aanschaffen van de resultaten

Het project is afgelopen sinds 30/06/2019, maar het rapport met de resultaten, o.a. de lijst met reeds bestaande living labs, de adviezen en de protocollen kan wel nog besteld worden. Bij de bestelling van het rapport kan er ook een persoonlijke toelichting worden gegeven door de verantwoordelijke projectmanager (Bart Van Damme). De prijs hiervan is afhankelijk van de deelnameprijs voor een project, en is afhankelijk van de ouderdom van de resultaten en de grootte (aantal werknemers) van het bedrijf. Voor meer info en/of een bestelling, neemt u best contact op met de projectbeheerder.