Aanwezigheid van diergebonden MRSA op varkensvlees

Kort na het eerste klinische gebruik van het antibioticum methicilline werden de eerste methicilline-resistente Staphylococcus aureus (MRSA) stammen beschreven. Landbouwdieren zijn vaak drager van een welbepaalde vorm van MRSA, wat de veiligheid van de desbetreffende vleesproducten mogelijks in twijfel trekt. Een doctoraatsstudie op het ILVO onderzocht het voorkomen van de bacterie bij varkens en haar vleesproducten.

 

Tot op heden bestaan er drie MRSA types: ziekenhuisgebonden MRSA (HA-MRSA), gemeenschapsgebonden MRSA (CA-MRSA) en diergebonden MRSA (LA-MRSA). Deze laatste, waartoe MRSA Sequentie Type (ST) 398 behoort, wordt vooral bij landbouwdieren (hoofdzakelijk bij varkens en vleeskalveren) gedetecteerd. De beschrijving van MRSA ST398 kolonisatie en sporadische infecties bij mensen die al dan niet in contact komen met varkens, doet vermoeden dat varkens een potentiële bron zijn voor de overdracht van MRSA ST398 naar de mens. In Vlaanderen zijn er ongeveer 6 miljoen varkens aanwezig wat een aanzienlijke bron kan voorstellen voor de consument. In 2011 werd er in Vlaanderen gemiddeld 31 kg vers vlees per persoon geconsumeerd, waarvan ongeveer 7 kg varkensvlees.

Tijdens het doctoraatswerk van Marijke Verhegghe werd onder andere de LA-MRSA besmettingsgraad van het Vlaamse varkensvlees nagegaan. Bij vier slagerijen werd er gedurende 6 weken wekelijks varkensvlees (mignonette, spek, gehakt, ribbetjes, poten en oren) gehaald en geanalyseerd. Mignonettes, spek, varkensgehakt (stalen van 25g) werden 1/10 verdund in een bacteriologische voedingsoplossing aangerijkt met zout. De oppervlakte van de ribbetjes, poten en oren werd bepaald, de stalen werden 1/1 verdund, en na homogenisatie (en verwijderen van de ribbetje, poten en oren uit de voedingsoplossing) werd er een 10-voudige verdunningsreeks gemaakt. Alle verdunningen werden uitgeplaat voor en na bacteriologische aanrijking. Zonder aanrijking waren slechts 8% van de stalen MRSA positief. Tellingen gaven een besmetting van 6 tot 8.104 kolonievormende eenheden per gram (voor mignonette, spek en gehakt) of per cm² (voor ribbetje, poten en oren) aan. Deze prevalentie wordt als laag beschouwd. Indien de stalen aangerijkt werden, bleken 72% van de stalen MRSA-LA positief, vooral de oren, poten en ribbetjes. Het feit dat aanrijking hier noodzakelijk was voor het detecteren van de bacterie op het vlees, geeft mogelijks aan dat de besmettingsgraad laag was.

LA-MRSA op zich vormt tot op heden een beperkt risico voor de consument. In de eerste plaats veroorzaakt deze kiem weinig voedselvergiftiging daar deze onder andere een aantal toxines, niet produceert. Ten tweede bestaat er voor de consument het risico voor kolonisatie met een meestal multiresistente kiem. Daar deze kiem minder potentieel heeft om de mens te gaan koloniseren is het risico ook hier beperkt. Daarnaast wordt deze bacterie ook afgedood bij het bakken van het vlees. Tevens zullen een goede handhygiëne en goed gebruik van de keukenbenodigdheden ook zorgen voor een beperkte besmetting van de consument met LA-MRSA. Het creëren van onder andere efficiënte hygiënemaatregelen op de varkensbedrijven en in de slachthuizen is aangewezen om LA-MRSA besmetting bij varkens te laten afnemen, zodat het risico van overdracht naar de mens beperkt kan blijven.

Doctoraatsthesis:

Verhegghe, M. (2013) Molecular epidemiology of livestock-associated methicillin-resistant Staphylococcus aureus in the Belgian pork production chain. Thesis submitted in fulfilment of the requirements of the degree of Doctor (Ph.D.) in Veterinary Sciences, Faculty of Veterinary Medicine, Ghent University.

Contact:

marijke.verhegghe@ilvo.vlaanderen.be

marc.heyndrickx@ilvo.vlaanderen.be

geetrui.rasschaert@ilvo.vlaanderen.be